Aan mezelf beloofd: aan het eind van deze vakantie een wild plan voor de propedeuse(rendementen). Ook aan mezelf beloofd: niet aan de lobby ervoor/uitvoering ervan beginnen als niet minstens 20 (toekomstige) studenten enthousiasme tonen. Zij moeten denken dat onderstaande mogelijk een bijdrage levert aan:
sneller een duidelijker beeld van het beroep.
beter inzicht in de houding en vaardigheden om in 1 keer te kunnen slagen voor de propedeuse.
weten waarom dit een geschikt beroep voor ze is (passie/sterktes)
of in de termen van onderstaande video (gevonden via @thebandb) dat ze eerder begonnen zouden zijn “to pull learning”.
Mijn“vision of what I want”, STUDENTEN “WHO PULL LEARNING“. Niet dat tussenstation zijn waar studenten zo snel mogelijk doen wat nodig is om de P te halen en dan gauw naar huis. Om daar thuis dan … leuke dingen te doen.
De eerste stap op weg daarnaar toe? Vanaf dag 1 passie voor het vak, de lol van leren en inzicht in eigen sterktes voor het vak laten ervaren. Bovendien zou het geweldig zijn als ze voor 1 oktober een echte keuze voor ons vak maken. En realiseer me ook dat forceren van die keuze geen zin heeft.
Dus losbarsten als de lente , met ook de bescherming ervan, laten we beginnen met een wild plan voor de drie eerste lesweken. Met als einddoel voor de student een beeld:
Wat doe/ben ik over 5 jaar en hoe past deze opleiding daar bij en wat worden nu mijn eerste stappen.
1ste week: Hoe ziet dat beroep eruit
Belangrijke vaardigheid: vragen stellen/ luisteren/informatie zoeken en filteren.
Mogelijke activiteiten: Beroepsomschrijvingen bekijken, vacatures bekijken, passie van accountants/bedrijfseconomen zien en horen, bezoeken van bedrijven, uitvoeren van werkzaamheden van stagiares/beroepsaanvangers. (mag echt moeilijk zijn)
De week eindigt met het maken van een onderbouwde keuze voor een vacature. Student laat zien dat hij echt een beeld heeft van waar hij voor kiest.
2 de week: Wie ben ik nu en helpt de opleiding me naar dat beeld.
Vaststellen waar jij al staat: Maken van cv en mindmap passie en sterktes.
Voor de gekozen vacature, samen met medestudent vaststellen: Wat “moet” je hiervoor leuk vinden, welke sterktes heb je nodig, welke vaardigheden heb je nodig. Wat wordt hiervan op school aangeboden (programma BA, BE, AO, Excell, communiceren etc over de 4 jaren) Welke vakliteratuur ga je volgen via bieb, Twitter of andere social media.
De week eindigt met een onderbouwde mening van de student over zijn beginsituatie, de relatie met de gekozen vacature en de stappen die het eerste jaar gezet gaan worden op weg ernaar toe.
3 de week: Wat heb je nodig om het eerste jaar succesvol te zijn?
Dit wordt een beetje de feestweek. Die laat veel ruimte voor alternatieve workshops over:
Samenwerken, Gericht op leren, Leren van fouten, Voorbereiden vs improviseren, Oefenen (de “10.000 uur regel”), Plannen/uitstelgedrag
De week eindigt met een onderbouwd verhaal door de student: wat doe ik over 5 jaar, hoe past de opleiding hierbij en hoe ga ik dat dit jaar aanpakken. Ik ben hier erg benieuwd naar.
Trouwens ik zou graag ergens (misschien op FB) dagelijkse feedback willen ontvangen van de studenten:
Welke activiteit heeft je het meest geholpen bij je keuze. Van welke activiteit ging je “kwispelen” en waarom.
Mensen die ons eerstejaarsprogramma kennen vragen zich misschien af, wat is hier wild aan. Veel hiervan gebeurd al en kunnen we dus ook.
Klopt, het wilde zit in de sterkere integratie, het interactieve en de korte tijdspanne. Dit krijgen we onmogelijk voor elkaar als we vasthouden aan de gewoonte om heel veel zelf te willen doen. We zullen iedere docent op z’n sterkte moeten inzetten en we zullen hulp nodig hebben, veel hulp van ouderejaars studenten en mensen uit het bedrijfsleven. Zij die passie laten zien, zij die feedback geven over wat ze zien (vaardigheden/passie/sterkte) bij de student, zij die activiteiten laten doen enz enz.
En de overige 37 weken dan. Ik hoop dat we dan een basis hebben gelegd voor “groepen gericht op leren van ons prachtige vak”. En dus gaan we… voorbereiden, vragen en oefenen!
Hoi Ilse, je gaat helemaal los! Super!
Ik heb een paar vragen (ik ken niet alle voorwaarden voor elke opleiding van Zuyd): voor jullie opleiding worden geen selectiegesprekken afgenomen? Ik kan me nl herinneren toen ik (heel lang geleden) mijn bibliotheekopleiding ging volgen, ik een motivatiebrief moest schrijven, een interview met een bibliothecaris in mijn omgeving moest afnemen en verslag van maken (dit was al een selectie op zich, als jij dit te veel werk vond, deed je dat al niet). Deze documenten werden tijdens het intakegesprek besproken. Dit is wat jij nu ongeveer in week 1 doet.
Goed dat ze in week 2 ondergedompeld worden in social media 🙂 Door ze een elevator pitch in week 3 (misschien in de vorm van een battle :)) komen gemotiveerde studenten wel boven drijven 🙂 Maar alles valt of staat met deelname aan enthousiaste inspirerende docenten, maar voor oudere jaars (krijgen ze studiepunten voor om ‘maatje’ van een 1e jaars te worden?)
Zo wordt leren weer leuk! Wat dacht je van zingend leren? Zie deze karaokelessen cardiologie http://dalje.com/tv/en/index.php?id=6232h575425a
Wat een super 70:20:10 filmpje. Ga ik zeker gebruiken 🙂
Succes!
Judith
Ha, voorlopig hoef ik nog niets te doen, want ik heb nog geen 20 student-reacties. Gaaf het karaoke-filmpje. En ja Judith, we hebben een zeer uitgebreide intake-procedure. Collega’s van me steken daar veel energie in. En ze helpen ook al een aantal studenten andere keuzes te maken. Toch denk ik dat er nog meer te halen valt. Meer denken in termen van de vlam moet aan.
Onderwijs is niet het vullen van vaten met kennis maar het ontsteken van een lont (Bron onbekend… helaas)
Persoonlijk vind ik het erg moeilijk om hier een reactie op te geven, maar ik ga het proberen. U schrijft zelf al dat we hier, als student, al aandacht aan moeten besteden. Dat klopt, voor SLB heb ik al een sollicitatiebrief naar de opleiding moeten schrijven en aan moeten geven waarom ik voor deze opleiding heb gekozen.
Ik, als februari-instromer, was niet zeker van mijn keuze toen ik begon, maar wilde gewoon weer studeren. Na de eerste dag wist ik al dat dit de opleiding was die bij mij paste en die ik zal gaan afronden. Dit kwam denk ik door mijn BA-leraar. Dit vak vond ik zo leuk en toen ik er vervolgens achter kwam dat accountants zich heel erg bezig houden met dat vak wist ik het zeker. Daarnaast bevestigden de gastcolleges die we kregen van ‘mensen uit het werkveld’ mijn keuze nogmaals.
De manier waarop u ons kennis wilt gaan laten maken met het vak, lijkt mij daarom minder geschikt. Ik zag in dat ik op de goede plek zit, door de vakken die we kregen op school en niet doordat ik vacatures moest gaan opzoeken. Daarnaast vind ik het maken van zulke opdrachten een verspilling van mijn tijd. Zoals ik hierboven al schreef zou het zien en horen van de passie van een accountant/bedrijfeconoom wel tot een keuze kunnen leiden. En het bezoeken van bedrijven en het uitvoeren van werkzaamheden van stagiares lijkt mij gewoon leuk en een hele ervaring (misschien om al eens na te denken over waar je stage zou willen lopen).
Het uiteindelijke verhaal van de student waar hij denkt te staan/ zou willen staan over 5 jaar, zou ik persoonlijk erg moeilijk vinden. Ik weet voor mezelf dat ik deze opleiding wil afronden om vervolgens te gaan werken en misschien nog te gaan doorleren. Daarnaast weet ik ook van mezelf dat ik later graag ook deeltijd voor de klas zou willen staan, maar op dit moment zou ik dat niet kunnen plannen en niet eens willen plannen, omdat mijn toekomst toch iedere maand, bij wijze van spreken, weer veranderd. Dus ook hierachter zet ik dat ik het maken van zo’n opdracht, verspilling van mijn tijd vind.
Conclusie: Ik weet in grote lijnen al wat ik wil, dit wist ik allemaal al toen ik één week lessen heb gevolgd. Naar mijn mening is dus zo’n heel programma overbodig om tot de conclusie te komen welke studie bij je past, omdat ik tot die keuze ben gekomen door de lessen opzich. Als laatste, het bezoeken van bedrijven en het uitvoeren van werkzaamheden van stagiares lijkt me wel weer een hele ervaring op zich en zouden voor mensen die nog twijfelen misschien wel de doorslag kunnen geven om te stoppen of juist erachter te komen dat ze wel op de goede plek zitten.
Een hele lange reply, ik hoop dat u er wat aan heeft!
ik vind ook dat er veel meer praktijk moet komen in de opleiding. Soms zitten we anderhalf uur te luisteren, en dan heb ik niet het gevoel dat ik wat opgestoken heb. Daarin ben ik het helemaal met u eens.
De invulling van de eerste drie lesweken lijkt mij erg nuttig, maar ik denk dat er eerder actie ondernomen moet worden. Ik denk dat de het beeld van de opleiding veel duidelijker moet zijn voordat iemand zich inschrijft aan de opleiding BE.
Mijn oude klas is opgeheven omdat veel te veel mensen de studie opgaven. Veel van deze mensen hadden de reden dat de studie niet bij hen paste. Zo kwam een meisje er achter dat er ’toch wel veel met cijfers gewerkt werd’ en ze ‘haat cijfers’. Als ik zoiets hoor denk ik dat zo iemand zich niet goed heeft voorbereid op wat de studie inhoud.
Zelf heb ik, toen ik in Havo 5 zat, een meeloopdag gevolgd. Ik heb die dag niet echt als informatief beschouwd, aangezien ik gewoon meegesleurd werd van les naar les. Ook niet alle leraren deden de moeite om me wat over de studie te vertellen. Ik denk dat echt een punt is wat aangepakt moet worden.
Conclusie is dus dat ik vind dat er meer gewerkt moet worden aan het beeld van de studie BE. Open dagen, meeloopdagen enz. zouden veel informatiever moeten zijn, zodat studenten een duidelijker beeld hebben van de opleiding en er niet meer zoveel mensen zijn die de verkeerde keuze maken!
Ik hoop dat u er wat aan heeft en dat u aan de 20 studentenreacties komt!
Interessant, met name omdat ik dacht dat we dat best goed doen. Met inderdaad de meeloopdagen, de opendagen waarin we aangeven dat je cijfers echt wel leuk moet vinden enz. Ik denk hier over na, wat is onze rol en wat die van de student.
Met week 1 ben ik het helemaal eens. De mee loopdagen zijn dicht tegen februari aan, als studenten dan pas opeens inzien dat een kantoorbaan ze niet leuk lijkt, hebben ze kort dag om over te stappen waarmee ze dus een jaar zullen verspillen. De punten die u allemaal in week 1 voorstelt zijn inderdaad allemaal veel te laat. Denk hierbij ook aan het interviewen van een Accountant en Bedrijfseconoom, dit zal studenten snel een beter inzicht geven. Zelf vond ik APG een heel goed gastcollege geven. (deze zeker erin houden)
Bij week 2 sluit ik me helemaal bij aan 🙂 Het schrijven van een verwachtingsrapport wat word nagekeken en dan worden opmerkingen gegeven over of dit in de werkelijkheid er ook zo aan toe gaat. Vooral de HAVO en VWO studenten zullen dit niet begrijpen. MBO’ers hebben al stage gehad en zullen hier een heel goed beeld van hebben. MBO’ers verlaten daarom ook maar in 1% van de gevallen de opleiding. De mee loopdagen stellen niks voor vind ik persoonlijk. De meelopers worden niet echt betrokken bij de les waardoor ze zich snel gaan vervelen. Hier zal wat aan gedaan moeten worden om zo meer studenten te trekken. Zelf denk ik eraan om niet elke dag een mee loopdag te maken maar 1x in de 2 weken ofzo en dan een interactieve dag opstellen met je klas of de mee lopers een duidelijk beeld en inzicht te geven.
Ik sluit mee helemaal aan bij de 70-20-10 regel. Na mijn MBO studie heb ik ook een vast (flexibel) contract gekregen. In de praktijk is alles altijd zoveel duidelijker en pik je het ook sneller op. Ik sluit me daarom ook helemaal bij Dhr. Conings aan en pleit ervoor dat AO pas later in de studie word gegeven. Hierdoor zullen de cijfers veel positiever uitpakken dan een slagings percentage van 20% dit kwartaal.
Dankje Kevin voor de moeite. Over week 3 zwijg je, live hadden we al besproken dat je dat liever gespreid over het jaar had. Toch? Dat AO intrigeert. Deze week hoorde ik daarover een ander voorstel van een bedrijfsstagebegeleider: wat als je met eerstejaars eens live het proces ging bekijken (vb bioscoop of hotel). Aangevuld door de derdejaarsstudent: als een bedrijfsbezoek te ingewikkeld regelen is, misschien een proces op school nemen (punten invoeren in OSIRIS bvb) en dat bekijken. Zou de theorie dan makkelijker aanhaken?
Het is een feestweek wat wik ik nog meer xD maar daar sluit ik me ook bij aan. Dat FB is inderdaad wel een heel leuk idee en ik denk ook wel dat daar veel animo voor is. vooral als je op de terugreis bent en dan ff je hart luchten op FB 🙂 Klopt idd alleen over dat MGTV was ik niet te spreken, mij sprak het helemaal niet aan en heeft mij eigenlijk nergens bij geholpen. (verspilde tijd voor mij, als ik het zelf zeg) zie niet zo goed de meerwaarde hiervan. Ik weet dat het draait om samenwerken maar werken in groepsverband zoals casussen, etc doen studenten veel meer socialisen. Deze opdrachten sluiten veel beter aan bij je studie ipv de hele droge stof bij MGTV. Is een goed idee voor AO echter denk ik eerder dat je Exact dan naar voren moet plaatsen en dit eventueel uitbreidt met interactieve AO vraagstukken.
Ik hoop dat Gerard zijn reactie ook nog hier plaatst, maar een ding wat ik ervan leer wil ik hier alvast neerzetten:
“Voorlichting aan studenten vindt vooral plaats door onderwijsinstellingen die hun opleiding willen promoten. Niet door bedrijven die hun beroep willen promoten”. Doet mij denken, wat zou er gebeuren als mensen uit het werkveld een eerlijk beeld van het beroep zouden schetsen tijdens de voorlichting. En als opleiding tonen we aan wat onze bijdrage is aan de weg ernaar toe. En we stoppen met promoten van bedrijven en opleidingen.
Als student bedrijfseconomie heb ik in de propedeuse een groot aantal studenten zien uitvallen. En er zullen aan het einde van het jaar zeker nog een aantal studenten (verplicht) afhaken. Dit heeft naar mijn mening verschillende oorzaken. Verkeerde studiekeuze, kansen via het werk of de opleiding heeft een te hoog niveau ten opzichte van de student. Maar om deze oorzaken te voorkomen zijn er vast ook oplossingen om dit soort problemen te voorkomen.
Allereerst zal ik ingaan op het beeld van de opleiding en het beroep.
Na mijn vwo opleiding ben ik aan een universitaire studie geschiedenis begonnen. Het leek mij een leuke opleiding omdat het ‘vak’ geschiedenis mij altijd aangesproken had op de middelbare school. Ik vond het ook leuk om de belangrijke punten uit de teksten te halen. Bij de studiekeuze speelde ook de voorlichting een grote rol. De praktijkvoorbeelden die gegeven werden tijdens de voorlichting spraken mij direct aan. Het was niet meer het saaie “als blabla houd je je bezig met… “.
Toch was deze opleiding niets voor mij. Ik vond ‘het doen van onderzoek’ niet leuk. Ook het beroepsbeeld was mij te onduidelijk.
Ik ben in februari 2011 uitgestroomd, heb werk gezocht en ben daarna rustig gaan bekijken wat ik nu wel wil. Via de universiteit was er begeleiding bij het zoeken van een nieuwe studie. Uit de testen kwam naar voren dat mijn interesses vooral in de administratie lagen. Hier heb ik mij dan ook op gefocust.
Ik heb dan ook verschillende open dagen bezocht met financiële opleidingen.
Voor bedrijfseconomie vertelden ze mij dat als je voor de opleiding kiest je wel leuk moet vinden om met cijfers te werken. Specifieker gezegd, je moet het niet alleen leuk vinden om met cijfertjes te werken, maar vooral het vak Management en Organisatie van de middelbare leuk hebben gevonden. Want dat is juist waar ik (tot nu toe) de meeste raakvlakken mee zie. Achteraf gezien kun je niet genoeg benadrukken dat je cijfers leuk moet vinden. Het is ook wel logisch, want je gaat ook geen taalstudie doen als je daar geen aanleg voor hebt! Maar soms realiseren we het ons gewoon niet.
Om mij te oriënteren heb ik ook een meeloopdag bezocht (weliswaar van een andere studie). Hier had men niet zoals op de opleiding bedrijfseconomie een normale schooldag waar je dan even bij komt zitten, maar een speciale dag waar je met allemaal ‘misschien aanstaande’ studenten bij elkaar zat. Je kreeg dan een opdracht, die betrekking had op wat je met de opleiding kunt verwachten, die je samen moest maken.
Voor bedrijfseconomie zou dit ook niet verkeerd zijn. Pak een groep ‘misschien aanstaande’ studenten samen en laat ze een resultatenrekening opstellen. Laat ze dan ook nog eens kijken naar de administratieve organisatie en ze hebben meteen een bepaald beeld van de opleiding. Voor studenten is dat zelf ook beter, want als ze dat al niet leuk vinden weten ze tenminste waar ze aan toe zijn. In de huidige situatie heeft een ‘misschien aanstaande’ student er weinig aan om mee te kijken bij vakken als Nederlands, Engels, statistiek e.d. omdat dit niet representatief is voor de rest van de opleiding. Zodra je een goed beeld hebt gecreëerd van de opleiding, zul je ook moeten werken aan het beroepsbeeld.
Ik vind dat het beroepsbeeld lastig te bepalen is. We hebben nu op de opleiding zelf al een aantal gastcolleges gehad waarbij (toevallig) allemaal ex-HEAO studenten hun beroep kwamen toelichten en de mogelijkheden ervan.
Voor mij heeft dit nog geen bijdrage geleverd aan wat ik wil worden. Wel heeft het mij de mogelijkheden nog verder verbreedt. Ik ben zelf (op het moment) alleen gemotiveerd om deze opleiding af te maken. En niet om “later dit en dat te worden, het liefst bij bedrijf x”.
Er zijn wel binnen de opleiding programma’s, zoals SLB, waar veel aandacht besteedt wordt aan het bepalen van een beroepsbeeld. Zo moesten we vacatures bekijken en twee personen interviewen.
Ik denk zelf dat deze opdrachten maar een klein deel bijdragen aan je beroepskeuze. Maar wat mij wel van deze opdrachten interesseerde was een bezoek aan een stagiaire op locatie. Helaas niet “aan het werk”, maar er werd wel een situatie geschetst waar je terecht zou kunnen komen en welke werkzaamheden je gaat verrichten.
In de aanloop naar studiekeuze denk ik niet dat velen een goed weten wat het beroep later in gaat houden. Maar dat is ook heel moeilijk te zeggen als je zelf de opleiding nog niet hebt.
En je bent niet op een uur klaar met uitleggen wat de mogelijkheden zijn.
Voorlichting aan ‘misschien aanstaande’ studenten vindt plaats door onderwijsinstelling, en niet door bedrijven die hun beroep promoten.
Dit is in principe goed, want je hebt toch eerst de opleiding nodig voordat je het beroep uit kunt oefenen.
Studeren omdat je een bepaald beroep wil uitoefenen later kan ook een negatieve uitwerking krijgen. Stel je hebt een duidelijk beeld van wat je later wil worden, bijvoorbeeld kok die alleen schnitzels wil gaan bakken. Als je dan naar ‘de kokschool’ gaat ben je verplicht om ook te leren hoe je biefstukken moet bakken of een lekkere salade leren maken, dan kan dat je motivatie belemmeren. “Ja maar ik wil geen salades maken, ik wil alleen schnitzels bakken”. Het is misschien een raar voorbeeld, maar het schept hopelijk een beeld bij wat ik bedoel.
Dan zijn er ook nog de kennis en vaardigheden die je nodig hebt om je opleiding af te kunnen maken. En uiteindelijk die je helpen bij het vinden van een baan.
Kennis is de ‘eenvoudigste’. Elk vak heeft zijn eigen lesstof die het moet behandelen en toetsen. Haal je de toets, dan beheers je de kennis. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de planning per blok van BE. In de weekplanning van merv. Meelberghs staat precies welke stof je moet leren en welke opdrachten daarbij horen. Aan het einde van de opleiding hoor je dan ook alle stof met een voldoende afgesloten te hebben. Hiermee kun je dan ook bij je sollicitatie voor een bepaalde functie aantonen dat je het werk kunt verrichten omdat je de kennis beheerst.
Maar met alleen kennis kom je er niet. Naast kennis dien je ook bepaalde vaardigheden te ontwikkelen. Dit is ‘moeilijker’ dan het opdoen van kennis. Het is vooral ‘moeilijk’ omdat er (nog) geen specifieke vaardigheidstrainingen zijn. In het eerste en tweede blok hadden we MGTV( Management trainingsvaardigheden). Maar bij dit vak ging het er meer om dat je bewust werd van het feit dat eenvoudige dingen als luisteren en zien ook vaardigheden zijn, dan dat er gewerkt werd om deze vaardigheden te ontwikkelen. Dit is erg jammer want de vaardigheden die behandeld werden zouden nog wel eens belangrijk kunnen zijn voor de toekomst. Stel je zou dit vak het hele jaar door bieden, dan zou je allereerst meer tijd kunnen besteden aan de uitwerking van de vaardigheden. Daarnaast zou je ook nog onder de studenten een betere beheersing van de vaardigheden krijgen.
Het zal naast de beter ontwikkelde student ook nog een ander voordeel voor de school en docenten opleveren. Stel alle studenten beheersen de vaardigheid time-management, dan zitten er voortaan alleen nog brave studenten in de lokalen die hun huiswerk op tijd maken. En kan de huiswerkplicht afgeschaft worden.
Naast het deel dat de opleiding jou laat zien, vind ik dat je ook erg naar je zelf moet kijken.
Wat zijn nu echt je interesses, en wat vind je echt niet leuk om te doen.
Het is heel erg belangrijk om dat te onthouden en jezelf steeds de vraag te stellen wie je bent en wat je kunt. En als je iets niet kunt, hoe je dat kan oplossen. Ergens mee blijven zitten heeft geen zin.
En vooral, doen waar je goed in bent en ook nog eens leuk vindt!
Zo, zoals beloofd ga ik nog niet lobbyen voor het bovenstaande plan, want ik heb nog geen 20 reacties. Wat ik wel ga doen:
Het enthousiasme van Tom over praktijk maakt dat ik toch wil nadenken om voor 1 oktober iets van “opdracht voor de praktijk” in het programma te krijgen.
Judith bevestigt dat docenten en hun inspirerend zijn belangrijk is. Goed nagedacht hebben oven een gezamenlijke “gewenste situatie” lijkt me belangrijk. Die studiepunten voor ouderejaars zijn een goed idee (nog niet uitvoerbaar)
Winnie benadrukt voor me het belang van de eerste lesweek KW1 en KW3. Ik zal vanaf nu aandacht besteden aan die allereerste les vanuit het oogpunt “heb ik goed gekozen”. Verder: dat studenten die eigen verantwoordelijkheid voor het uitzoeken best wel aankunnen en het belang van de gastsprekers. Voor haar kwamen die in de eerste weken omdat zij instroomde in KW3. In de eerste weken lijkt ook voor de rest van de studenten echt zinvoller.
Yanne stipt het belang van de opendagen en meeloopdagen aan. Maar nog meer gaan vertellen waarvoor we opleiden en welke specifieke dingen je van de opleiding kan verwachten. Ik zal dat in ieder geval doen tijdens de gesprekjes op de opendagen en meeloopdagen.
Kevin voegt daar inhoudelijk nog wat aan toe. Praktijk en de link met slagen AO is een interessante. En daar ikzelf ook MGTV geef wil ik daar ook nog wat mee. Ik denk, gezien de reacties op “praktijk”. Nog meer oefenen me zo realistisch mogelijke scenario’s.
Gerard bevestigt een heel deel van het voorgaande en ik zei al dat ik dit een interessante vond: “Voorlichting aan studenten vindt vooral plaats door onderwijsinstellingen die hun opleiding willen promoten. Niet door bedrijven die hun beroep willen promoten”. Om vervolgens aan te geven dat de opleiding breder is dan wat de student later waarschijnlijk graag wil worden (schnitzelvoorbeeld)
Maar met name bevestigen ze allemaal dat zij, vanuit hun gezichtspunt, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de propedeuse. Ook hier geldt: laten we niet focussen op het oplossen van problemen maar op de gewenste situatie en wat er al is versterken.
Ilse Meelberghs 6 mei 2012
Eerste reactie van een ouderejaars-student (geplaatst met zijn toestemming)
Judith van Hooijdonk 7 mei 2012
Hoi Ilse, je gaat helemaal los! Super!
Ik heb een paar vragen (ik ken niet alle voorwaarden voor elke opleiding van Zuyd): voor jullie opleiding worden geen selectiegesprekken afgenomen? Ik kan me nl herinneren toen ik (heel lang geleden) mijn bibliotheekopleiding ging volgen, ik een motivatiebrief moest schrijven, een interview met een bibliothecaris in mijn omgeving moest afnemen en verslag van maken (dit was al een selectie op zich, als jij dit te veel werk vond, deed je dat al niet). Deze documenten werden tijdens het intakegesprek besproken. Dit is wat jij nu ongeveer in week 1 doet.
Goed dat ze in week 2 ondergedompeld worden in social media 🙂 Door ze een elevator pitch in week 3 (misschien in de vorm van een battle :)) komen gemotiveerde studenten wel boven drijven 🙂 Maar alles valt of staat met deelname aan enthousiaste inspirerende docenten, maar voor oudere jaars (krijgen ze studiepunten voor om ‘maatje’ van een 1e jaars te worden?)
Zo wordt leren weer leuk! Wat dacht je van zingend leren? Zie deze karaokelessen cardiologie http://dalje.com/tv/en/index.php?id=6232h575425a
Wat een super 70:20:10 filmpje. Ga ik zeker gebruiken 🙂
Succes!
Judith
Ilse Meelberghs 7 mei 2012
Ha, voorlopig hoef ik nog niets te doen, want ik heb nog geen 20 student-reacties. Gaaf het karaoke-filmpje. En ja Judith, we hebben een zeer uitgebreide intake-procedure. Collega’s van me steken daar veel energie in. En ze helpen ook al een aantal studenten andere keuzes te maken. Toch denk ik dat er nog meer te halen valt. Meer denken in termen van de vlam moet aan.
Winnie 8 mei 2012
Persoonlijk vind ik het erg moeilijk om hier een reactie op te geven, maar ik ga het proberen. U schrijft zelf al dat we hier, als student, al aandacht aan moeten besteden. Dat klopt, voor SLB heb ik al een sollicitatiebrief naar de opleiding moeten schrijven en aan moeten geven waarom ik voor deze opleiding heb gekozen.
Ik, als februari-instromer, was niet zeker van mijn keuze toen ik begon, maar wilde gewoon weer studeren. Na de eerste dag wist ik al dat dit de opleiding was die bij mij paste en die ik zal gaan afronden. Dit kwam denk ik door mijn BA-leraar. Dit vak vond ik zo leuk en toen ik er vervolgens achter kwam dat accountants zich heel erg bezig houden met dat vak wist ik het zeker. Daarnaast bevestigden de gastcolleges die we kregen van ‘mensen uit het werkveld’ mijn keuze nogmaals.
De manier waarop u ons kennis wilt gaan laten maken met het vak, lijkt mij daarom minder geschikt. Ik zag in dat ik op de goede plek zit, door de vakken die we kregen op school en niet doordat ik vacatures moest gaan opzoeken. Daarnaast vind ik het maken van zulke opdrachten een verspilling van mijn tijd. Zoals ik hierboven al schreef zou het zien en horen van de passie van een accountant/bedrijfeconoom wel tot een keuze kunnen leiden. En het bezoeken van bedrijven en het uitvoeren van werkzaamheden van stagiares lijkt mij gewoon leuk en een hele ervaring (misschien om al eens na te denken over waar je stage zou willen lopen).
Het uiteindelijke verhaal van de student waar hij denkt te staan/ zou willen staan over 5 jaar, zou ik persoonlijk erg moeilijk vinden. Ik weet voor mezelf dat ik deze opleiding wil afronden om vervolgens te gaan werken en misschien nog te gaan doorleren. Daarnaast weet ik ook van mezelf dat ik later graag ook deeltijd voor de klas zou willen staan, maar op dit moment zou ik dat niet kunnen plannen en niet eens willen plannen, omdat mijn toekomst toch iedere maand, bij wijze van spreken, weer veranderd. Dus ook hierachter zet ik dat ik het maken van zo’n opdracht, verspilling van mijn tijd vind.
Conclusie: Ik weet in grote lijnen al wat ik wil, dit wist ik allemaal al toen ik één week lessen heb gevolgd. Naar mijn mening is dus zo’n heel programma overbodig om tot de conclusie te komen welke studie bij je past, omdat ik tot die keuze ben gekomen door de lessen opzich. Als laatste, het bezoeken van bedrijven en het uitvoeren van werkzaamheden van stagiares lijkt me wel weer een hele ervaring op zich en zouden voor mensen die nog twijfelen misschien wel de doorslag kunnen geven om te stoppen of juist erachter te komen dat ze wel op de goede plek zitten.
Een hele lange reply, ik hoop dat u er wat aan heeft!
Ilse Meelberghs 8 mei 2012
Dankje Winnie, Kan ik zeker wat mee. Je legt duidelijk uit wat voor jou wel en niet werkt. Super.
Yanne Gelissen 8 mei 2012
Mevrouw,
ik vind ook dat er veel meer praktijk moet komen in de opleiding. Soms zitten we anderhalf uur te luisteren, en dan heb ik niet het gevoel dat ik wat opgestoken heb. Daarin ben ik het helemaal met u eens.
De invulling van de eerste drie lesweken lijkt mij erg nuttig, maar ik denk dat er eerder actie ondernomen moet worden. Ik denk dat de het beeld van de opleiding veel duidelijker moet zijn voordat iemand zich inschrijft aan de opleiding BE.
Mijn oude klas is opgeheven omdat veel te veel mensen de studie opgaven. Veel van deze mensen hadden de reden dat de studie niet bij hen paste. Zo kwam een meisje er achter dat er ’toch wel veel met cijfers gewerkt werd’ en ze ‘haat cijfers’. Als ik zoiets hoor denk ik dat zo iemand zich niet goed heeft voorbereid op wat de studie inhoud.
Zelf heb ik, toen ik in Havo 5 zat, een meeloopdag gevolgd. Ik heb die dag niet echt als informatief beschouwd, aangezien ik gewoon meegesleurd werd van les naar les. Ook niet alle leraren deden de moeite om me wat over de studie te vertellen. Ik denk dat echt een punt is wat aangepakt moet worden.
Conclusie is dus dat ik vind dat er meer gewerkt moet worden aan het beeld van de studie BE. Open dagen, meeloopdagen enz. zouden veel informatiever moeten zijn, zodat studenten een duidelijker beeld hebben van de opleiding en er niet meer zoveel mensen zijn die de verkeerde keuze maken!
Ik hoop dat u er wat aan heeft en dat u aan de 20 studentenreacties komt!
Groetjes,
Yanne Gelissen
Ilse Meelberghs 8 mei 2012
Interessant, met name omdat ik dacht dat we dat best goed doen. Met inderdaad de meeloopdagen, de opendagen waarin we aangeven dat je cijfers echt wel leuk moet vinden enz. Ik denk hier over na, wat is onze rol en wat die van de student.
Kevin Sauren 9 mei 2012
Hoi Ilse,
Met week 1 ben ik het helemaal eens. De mee loopdagen zijn dicht tegen februari aan, als studenten dan pas opeens inzien dat een kantoorbaan ze niet leuk lijkt, hebben ze kort dag om over te stappen waarmee ze dus een jaar zullen verspillen. De punten die u allemaal in week 1 voorstelt zijn inderdaad allemaal veel te laat. Denk hierbij ook aan het interviewen van een Accountant en Bedrijfseconoom, dit zal studenten snel een beter inzicht geven. Zelf vond ik APG een heel goed gastcollege geven. (deze zeker erin houden)
Bij week 2 sluit ik me helemaal bij aan 🙂 Het schrijven van een verwachtingsrapport wat word nagekeken en dan worden opmerkingen gegeven over of dit in de werkelijkheid er ook zo aan toe gaat. Vooral de HAVO en VWO studenten zullen dit niet begrijpen. MBO’ers hebben al stage gehad en zullen hier een heel goed beeld van hebben. MBO’ers verlaten daarom ook maar in 1% van de gevallen de opleiding. De mee loopdagen stellen niks voor vind ik persoonlijk. De meelopers worden niet echt betrokken bij de les waardoor ze zich snel gaan vervelen. Hier zal wat aan gedaan moeten worden om zo meer studenten te trekken. Zelf denk ik eraan om niet elke dag een mee loopdag te maken maar 1x in de 2 weken ofzo en dan een interactieve dag opstellen met je klas of de mee lopers een duidelijk beeld en inzicht te geven.
Ik sluit mee helemaal aan bij de 70-20-10 regel. Na mijn MBO studie heb ik ook een vast (flexibel) contract gekregen. In de praktijk is alles altijd zoveel duidelijker en pik je het ook sneller op. Ik sluit me daarom ook helemaal bij Dhr. Conings aan en pleit ervoor dat AO pas later in de studie word gegeven. Hierdoor zullen de cijfers veel positiever uitpakken dan een slagings percentage van 20% dit kwartaal.
Ilse Meelberghs 9 mei 2012
Dankje Kevin voor de moeite. Over week 3 zwijg je, live hadden we al besproken dat je dat liever gespreid over het jaar had. Toch? Dat AO intrigeert. Deze week hoorde ik daarover een ander voorstel van een bedrijfsstagebegeleider: wat als je met eerstejaars eens live het proces ging bekijken (vb bioscoop of hotel). Aangevuld door de derdejaarsstudent: als een bedrijfsbezoek te ingewikkeld regelen is, misschien een proces op school nemen (punten invoeren in OSIRIS bvb) en dat bekijken. Zou de theorie dan makkelijker aanhaken?
Kevin Sauren 9 mei 2012
Het is een feestweek wat wik ik nog meer xD maar daar sluit ik me ook bij aan. Dat FB is inderdaad wel een heel leuk idee en ik denk ook wel dat daar veel animo voor is. vooral als je op de terugreis bent en dan ff je hart luchten op FB 🙂 Klopt idd alleen over dat MGTV was ik niet te spreken, mij sprak het helemaal niet aan en heeft mij eigenlijk nergens bij geholpen. (verspilde tijd voor mij, als ik het zelf zeg) zie niet zo goed de meerwaarde hiervan. Ik weet dat het draait om samenwerken maar werken in groepsverband zoals casussen, etc doen studenten veel meer socialisen. Deze opdrachten sluiten veel beter aan bij je studie ipv de hele droge stof bij MGTV. Is een goed idee voor AO echter denk ik eerder dat je Exact dan naar voren moet plaatsen en dit eventueel uitbreidt met interactieve AO vraagstukken.
Ilse Meelberghs 12 mei 2012
Ik hoop dat Gerard zijn reactie ook nog hier plaatst, maar een ding wat ik ervan leer wil ik hier alvast neerzetten:
“Voorlichting aan studenten vindt vooral plaats door onderwijsinstellingen die hun opleiding willen promoten. Niet door bedrijven die hun beroep willen promoten”. Doet mij denken, wat zou er gebeuren als mensen uit het werkveld een eerlijk beeld van het beroep zouden schetsen tijdens de voorlichting. En als opleiding tonen we aan wat onze bijdrage is aan de weg ernaar toe. En we stoppen met promoten van bedrijven en opleidingen.
Gerard 24 mei 2012
Als student bedrijfseconomie heb ik in de propedeuse een groot aantal studenten zien uitvallen. En er zullen aan het einde van het jaar zeker nog een aantal studenten (verplicht) afhaken. Dit heeft naar mijn mening verschillende oorzaken. Verkeerde studiekeuze, kansen via het werk of de opleiding heeft een te hoog niveau ten opzichte van de student. Maar om deze oorzaken te voorkomen zijn er vast ook oplossingen om dit soort problemen te voorkomen.
Allereerst zal ik ingaan op het beeld van de opleiding en het beroep.
Na mijn vwo opleiding ben ik aan een universitaire studie geschiedenis begonnen. Het leek mij een leuke opleiding omdat het ‘vak’ geschiedenis mij altijd aangesproken had op de middelbare school. Ik vond het ook leuk om de belangrijke punten uit de teksten te halen. Bij de studiekeuze speelde ook de voorlichting een grote rol. De praktijkvoorbeelden die gegeven werden tijdens de voorlichting spraken mij direct aan. Het was niet meer het saaie “als blabla houd je je bezig met… “.
Toch was deze opleiding niets voor mij. Ik vond ‘het doen van onderzoek’ niet leuk. Ook het beroepsbeeld was mij te onduidelijk.
Ik ben in februari 2011 uitgestroomd, heb werk gezocht en ben daarna rustig gaan bekijken wat ik nu wel wil. Via de universiteit was er begeleiding bij het zoeken van een nieuwe studie. Uit de testen kwam naar voren dat mijn interesses vooral in de administratie lagen. Hier heb ik mij dan ook op gefocust.
Ik heb dan ook verschillende open dagen bezocht met financiële opleidingen.
Voor bedrijfseconomie vertelden ze mij dat als je voor de opleiding kiest je wel leuk moet vinden om met cijfers te werken. Specifieker gezegd, je moet het niet alleen leuk vinden om met cijfertjes te werken, maar vooral het vak Management en Organisatie van de middelbare leuk hebben gevonden. Want dat is juist waar ik (tot nu toe) de meeste raakvlakken mee zie. Achteraf gezien kun je niet genoeg benadrukken dat je cijfers leuk moet vinden. Het is ook wel logisch, want je gaat ook geen taalstudie doen als je daar geen aanleg voor hebt! Maar soms realiseren we het ons gewoon niet.
Om mij te oriënteren heb ik ook een meeloopdag bezocht (weliswaar van een andere studie). Hier had men niet zoals op de opleiding bedrijfseconomie een normale schooldag waar je dan even bij komt zitten, maar een speciale dag waar je met allemaal ‘misschien aanstaande’ studenten bij elkaar zat. Je kreeg dan een opdracht, die betrekking had op wat je met de opleiding kunt verwachten, die je samen moest maken.
Voor bedrijfseconomie zou dit ook niet verkeerd zijn. Pak een groep ‘misschien aanstaande’ studenten samen en laat ze een resultatenrekening opstellen. Laat ze dan ook nog eens kijken naar de administratieve organisatie en ze hebben meteen een bepaald beeld van de opleiding. Voor studenten is dat zelf ook beter, want als ze dat al niet leuk vinden weten ze tenminste waar ze aan toe zijn. In de huidige situatie heeft een ‘misschien aanstaande’ student er weinig aan om mee te kijken bij vakken als Nederlands, Engels, statistiek e.d. omdat dit niet representatief is voor de rest van de opleiding. Zodra je een goed beeld hebt gecreëerd van de opleiding, zul je ook moeten werken aan het beroepsbeeld.
Ik vind dat het beroepsbeeld lastig te bepalen is. We hebben nu op de opleiding zelf al een aantal gastcolleges gehad waarbij (toevallig) allemaal ex-HEAO studenten hun beroep kwamen toelichten en de mogelijkheden ervan.
Voor mij heeft dit nog geen bijdrage geleverd aan wat ik wil worden. Wel heeft het mij de mogelijkheden nog verder verbreedt. Ik ben zelf (op het moment) alleen gemotiveerd om deze opleiding af te maken. En niet om “later dit en dat te worden, het liefst bij bedrijf x”.
Er zijn wel binnen de opleiding programma’s, zoals SLB, waar veel aandacht besteedt wordt aan het bepalen van een beroepsbeeld. Zo moesten we vacatures bekijken en twee personen interviewen.
Ik denk zelf dat deze opdrachten maar een klein deel bijdragen aan je beroepskeuze. Maar wat mij wel van deze opdrachten interesseerde was een bezoek aan een stagiaire op locatie. Helaas niet “aan het werk”, maar er werd wel een situatie geschetst waar je terecht zou kunnen komen en welke werkzaamheden je gaat verrichten.
In de aanloop naar studiekeuze denk ik niet dat velen een goed weten wat het beroep later in gaat houden. Maar dat is ook heel moeilijk te zeggen als je zelf de opleiding nog niet hebt.
En je bent niet op een uur klaar met uitleggen wat de mogelijkheden zijn.
Voorlichting aan ‘misschien aanstaande’ studenten vindt plaats door onderwijsinstelling, en niet door bedrijven die hun beroep promoten.
Dit is in principe goed, want je hebt toch eerst de opleiding nodig voordat je het beroep uit kunt oefenen.
Studeren omdat je een bepaald beroep wil uitoefenen later kan ook een negatieve uitwerking krijgen. Stel je hebt een duidelijk beeld van wat je later wil worden, bijvoorbeeld kok die alleen schnitzels wil gaan bakken. Als je dan naar ‘de kokschool’ gaat ben je verplicht om ook te leren hoe je biefstukken moet bakken of een lekkere salade leren maken, dan kan dat je motivatie belemmeren. “Ja maar ik wil geen salades maken, ik wil alleen schnitzels bakken”. Het is misschien een raar voorbeeld, maar het schept hopelijk een beeld bij wat ik bedoel.
Dan zijn er ook nog de kennis en vaardigheden die je nodig hebt om je opleiding af te kunnen maken. En uiteindelijk die je helpen bij het vinden van een baan.
Kennis is de ‘eenvoudigste’. Elk vak heeft zijn eigen lesstof die het moet behandelen en toetsen. Haal je de toets, dan beheers je de kennis. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de planning per blok van BE. In de weekplanning van merv. Meelberghs staat precies welke stof je moet leren en welke opdrachten daarbij horen. Aan het einde van de opleiding hoor je dan ook alle stof met een voldoende afgesloten te hebben. Hiermee kun je dan ook bij je sollicitatie voor een bepaalde functie aantonen dat je het werk kunt verrichten omdat je de kennis beheerst.
Maar met alleen kennis kom je er niet. Naast kennis dien je ook bepaalde vaardigheden te ontwikkelen. Dit is ‘moeilijker’ dan het opdoen van kennis. Het is vooral ‘moeilijk’ omdat er (nog) geen specifieke vaardigheidstrainingen zijn. In het eerste en tweede blok hadden we MGTV( Management trainingsvaardigheden). Maar bij dit vak ging het er meer om dat je bewust werd van het feit dat eenvoudige dingen als luisteren en zien ook vaardigheden zijn, dan dat er gewerkt werd om deze vaardigheden te ontwikkelen. Dit is erg jammer want de vaardigheden die behandeld werden zouden nog wel eens belangrijk kunnen zijn voor de toekomst. Stel je zou dit vak het hele jaar door bieden, dan zou je allereerst meer tijd kunnen besteden aan de uitwerking van de vaardigheden. Daarnaast zou je ook nog onder de studenten een betere beheersing van de vaardigheden krijgen.
Het zal naast de beter ontwikkelde student ook nog een ander voordeel voor de school en docenten opleveren. Stel alle studenten beheersen de vaardigheid time-management, dan zitten er voortaan alleen nog brave studenten in de lokalen die hun huiswerk op tijd maken. En kan de huiswerkplicht afgeschaft worden.
Naast het deel dat de opleiding jou laat zien, vind ik dat je ook erg naar je zelf moet kijken.
Wat zijn nu echt je interesses, en wat vind je echt niet leuk om te doen.
Het is heel erg belangrijk om dat te onthouden en jezelf steeds de vraag te stellen wie je bent en wat je kunt. En als je iets niet kunt, hoe je dat kan oplossen. Ergens mee blijven zitten heeft geen zin.
En vooral, doen waar je goed in bent en ook nog eens leuk vindt!
~Gerard
Ilse Meelberghs 27 mei 2012
Zo, zoals beloofd ga ik nog niet lobbyen voor het bovenstaande plan, want ik heb nog geen 20 reacties. Wat ik wel ga doen:
Het enthousiasme van Tom over praktijk maakt dat ik toch wil nadenken om voor 1 oktober iets van “opdracht voor de praktijk” in het programma te krijgen.
Judith bevestigt dat docenten en hun inspirerend zijn belangrijk is. Goed nagedacht hebben oven een gezamenlijke “gewenste situatie” lijkt me belangrijk. Die studiepunten voor ouderejaars zijn een goed idee (nog niet uitvoerbaar)
Winnie benadrukt voor me het belang van de eerste lesweek KW1 en KW3. Ik zal vanaf nu aandacht besteden aan die allereerste les vanuit het oogpunt “heb ik goed gekozen”. Verder: dat studenten die eigen verantwoordelijkheid voor het uitzoeken best wel aankunnen en het belang van de gastsprekers. Voor haar kwamen die in de eerste weken omdat zij instroomde in KW3. In de eerste weken lijkt ook voor de rest van de studenten echt zinvoller.
Yanne stipt het belang van de opendagen en meeloopdagen aan. Maar nog meer gaan vertellen waarvoor we opleiden en welke specifieke dingen je van de opleiding kan verwachten. Ik zal dat in ieder geval doen tijdens de gesprekjes op de opendagen en meeloopdagen.
Kevin voegt daar inhoudelijk nog wat aan toe. Praktijk en de link met slagen AO is een interessante. En daar ikzelf ook MGTV geef wil ik daar ook nog wat mee. Ik denk, gezien de reacties op “praktijk”. Nog meer oefenen me zo realistisch mogelijke scenario’s.
Gerard bevestigt een heel deel van het voorgaande en ik zei al dat ik dit een interessante vond: “Voorlichting aan studenten vindt vooral plaats door onderwijsinstellingen die hun opleiding willen promoten. Niet door bedrijven die hun beroep willen promoten”. Om vervolgens aan te geven dat de opleiding breder is dan wat de student later waarschijnlijk graag wil worden (schnitzelvoorbeeld)
Maar met name bevestigen ze allemaal dat zij, vanuit hun gezichtspunt, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de propedeuse. Ook hier geldt: laten we niet focussen op het oplossen van problemen maar op de gewenste situatie en wat er al is versterken.