Ik ben gek op metaforen. Dit keer:
De formule 1 auto: de docent. De race: het contactmoment met de student. De coureur: de student. Uitgangspunt: een student komt naar ons om samen iets te leren.
Hij vertelt het heel mooi:
Alles zou er dus op gericht moeten zijn om op dat (contact)moment het onderste uit de kan te halen, te genieten van de race.
Ik heb snel een flow chart (niet helemaal volgens regels kunst) gemaakt over wat er volgens mij nodig is voor een succesvolle interactie tussen een bevlogen docent en een student. Aan jullie de vraag?
Hoeveel van onze aandacht en het geld van de student gaan naar het faciliteren van dat moment.
En hoeveel laten we aan het toeval over. Of zijn we net als in de formule 1 continue bezig met de nieuwste snufjes in te bouwen in de docent, continue bezig met onderhoud. Is er zoiets als een pitstop strategie?