Training 12 in de serie. Dit keer meer gericht op de andere pijlers van de slb/mv module. Een positieve bewuste keuze voor opleiding en beroep. (versus – ik weet niet wat ik anders zou moeten studeren). Hij is ongewijzigd tov vorig jaar. Snelle voorbereiding dit 🙂
De studenten gaan de uitkomsten van hun onderzoek, hun visie op opleiding/beroep/toekomst op een creatieve manier verwerken en aan de medestudenten presenteren. Het gaat hierbij om vragen als: Wat wil ik? Wat is mijn toekomstige professionele ideaalbeeld en hoe past deze opleiding daarbij?
Inleidend, over persoonlijk leiderschap, het waarom van deze les en de opdrachten.
Over, maak je eigen plan of je wordt onderdeel van het plan van een ander.
Over richting hebben, met die richting de juiste dingen doen en begrijpen hoe dat nuttig is voor een ander.
Vervolgens gaan we kijken naar de creaties van alle klasgenoten (5 minuten) en feedback ontvangen van groepsgenoten.
De studenten krijgen 2 voorbereidingsopdrachten. Die hebben als doel:
- Meer inzicht te verkrijgen in het beroep waarvoor je gaat kiezen en je professionele toekomstbeeld. Welke beroepen kun je uitoefenen? In welkebedrijfstakken kun je werken? Welke taken vervult een bedrijfseconoom/accountant/commercieel manager, AD
- Oriënteren op je eigen toekomst en na een half jaar voor jezelf vaststellen of je de juiste studiekeuze hebt gemaakt. Het is een bevestiging of wellicht een (eerste) stap voor de keuze tussen Accountancy, Bedrijfseconomie of Commercieel management (AD).
- Weten welke van je sterktes passen bij het gekozen beroep en je toekomstbeeld.
Opdracht 6A: STARR-kaart beroepskeuze (deze opdracht wordt beoordeeld)
Ze vullen een STARR-kaart in voor de beroepskeuze:
Situatie: Beschrijf kort de aanleiding en het doel van de opdracht/taak die aan het bewijs ten grondslag lag. Geef tevens aan wie de opdrachtgever was en wie eventueel andere betrokkenen waren.
Taak: Beschrijf de exacte taak/opdracht die je had en de rol die je daarin vervulde. Wat wilde je bereiken? Wat werd van je verwacht? Wat verwachtte je van jezelf in deze situatie? Wat vond je dat moest gebeuren?
Activiteiten: Benoem welke verschillende bronnen je dit eerste halfjaar concreet hebt gebruikt om tot een bewuste opleidingskeuze te komen en een realistisch beeld te krijgen van de functie (zie Taak). Gebruik en benoem er minimaal vier. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
- Advertentievergelijking/vacatures van internet/uit krant.
- Presentatie/gastcollege van bedrijfsleven vanaf aanvang studie.
- Stages/werkervaring uit (eerdere) studies/bijbaantjes.
- Informatie verkregen uit persoonlijke gesprekken met eigen netwerk (familie werkzaam in beroepenveld, ouderejaarsstudenten, etc.).Mogelijke vragen kunnen gaan over: bedrijf, vooropleiding, inhoud van de werkzaamheden, leuke en minder leuke kanten aan de baan, het verloop van een normale werkdag, carrièremogelijkheden, bijscholing, extra’s, etc.
- Informatie verkregen uit persoonlijk interview met ondernemers, gevoerd in module Onderzoek (kwartaal 1).
- Informatie verkregen uit gastcolleges over Internationalisering
- Informatie van internet/uit literatuur, te weten:
- Anders, namelijk:
Resultaat: Beschrijf het resultaat van de opdracht en jouw aanpak.
Beantwoord minimaal de onderstaande vragen.
- Wat was je oorspronkelijke keuze? Voor welke opleiding kies je bewust na het eerste halfjaar gezamenlijke propedeuse?
- Welke beroep/functie spreekt jou het meest aan en waarom?
- Welke inzichten uit de geraadpleegde bronnen bij de vorige stap hebben hier op welke manier aan bijgedragen?
- Wat maakt dat jij nou echt warm loopt voor het gekozen beroep/functie/rol? Wat trekt je daar zo in aan?
- Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd over het beroep en over jezelf?
- Welke competenties/eigenschappen/talenten heb jij al die jou geschikt maken voor het betreffende beroep? Maak gebruik van de inzichten uit eerdere lessen, zoals bijvoorbeeld de talententest. Zoek ook eens op internet naar competenties behorend bij bepaalde functies/beroepen.
- Aan welke competenties ga je nog werken? Onderbouw je antwoord.
Reflectie: Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik?
- Wat zou je een volgende keer bij een vergelijkbare opdracht hetzelfde aanpakken en/of wat anders en waarom? Wat heb je daar dan voor nodig?
- Kun je met wat je hiervan hebt geleerd (aanpak, diepgang) ook iets in andere situaties?
- Benoem SMART-leerdoelen met bijbehorende acties: wat moet je doen en laten om je ideale beroep te kunnen uitvoeren/krijgen?
Opdracht 6B: Presentatie visie op beroep (deze opdracht wordt beoordeeld)
Om dit product te kunnen maken zijn in de opdracht 6B nog een 3-tal tips opgenomen over hoe dat maken van die visie aangepakt kan worden.
1 – Inventariseer
Beschrijf je toekomstige functie, werkplek en motieven, waarbij de onderstaande vragen je op weg kunnen helpen.
Wat voor werk doe je over vijf jaar? Zit je in de profit of non-profit sector? Wat is in je toekomstige werk het meest belangrijk voor jou, beschrijf die criteria eens? Welke talenten komen dan tot bloei en kun je kwijt in een gewenste functie? Wat zijn punten waar je ideale werkkring aan moet voldoen. Wat wil je beslist niet? Bijvoorbeeld een 9 tot 5 baan.
Hoe stel je je toekomstige, ideale werksituatie voor? Wat is daarin belangrijk voor je? In wat voor positie ben je dan? Welk soort werkzaamheden geven je een kick en maken het de moeite waard om naar te streven. Achter dit streven zit ook een visie over hoe je dan je studie moet aanpakken. Daar gaat deze opdracht ook over.
Denk ook aan werken in een (inter)nationaal bedrijf, euregionaal werken/wonen, een bepaalde bedrijfstak, inhoud van werkzaamheden, leuke en minder leuke kanten aan de baan, het verloop van een normale werkdag, het belang van carrièremogelijkheden, bijscholing, extra’s, relatie met keuze opleiding, etc.
Onderstaande site met informatie kan je daar goed bij helpen.
http://www.carrieretijger.nl/carriere/zelfonderzoek/carriereplanning
2 – Associeer
Als de eerste stap minder bij je past om je toekomst helder te krijgen, probeer dan de tweede manier. Die kun je gebruiken om te associëren op je ideale baan.
Stel je voor hoe je toekomstige baan eruit ziet door een mindmap op te stellen. Een mindmap bestaat uit een centraal woord of begrip in een cirkel. Neem een A4 en teken in het midden een cirkel om de woorden: mijn toekomstige werksituatie. Vanuit dat idee trek je lijnen naar ideeën die vervolgens opkomen. Ieder idee geef je een steekwoord, dat aangeeft welke aspecten met het idee te maken hebben. Bijvoorbeeld: inkomen, zekerheid, reizen, etc.
Zo ontstaat een eindeloze reeks ideeën, die onderling op allerlei manieren aan elkaar verbonden kunnen zijn.
3 – Visualiseer
‘’By visualizing your goals, you can get your subconscious to work toward making these mental pictures come true.”
Deze methode is een meer creatieve benadering. De ervaring leert dat de derde methode leuk en stimulerend kan zijn. Maak een fotocollage, tekening, een korte video (denk aan Youtube) of creatieve presentatie met als thema: dit ben ik in mijn toekomstige en ideale baan.
Natuurlijk ben jij de hoofdrolspeler/-ster en waar zit je dan? Welke talenten laat je zien? Rij je in een auto of op een milieuverantwoorde duurzame fiets? Ben je veel onderweg of liever op een kantoor, dynamisch of juist niet. Gaat het om denk- of doewerk? Tussen de mensen of meer individueel?
Gebruik foto’s/spreuken en laat je inspireren door met anderen te brainstormen hoe je collage eruit gaat zien en haal je creativiteit uit de kast.
Nadat je deze stappen hebt doorlopen kun je een ‘visie’ formuleren.