De lerende docent

In ontmoeting de volgende stap te zetten

Inkijkje in de praktijk: hoe complexiteit toeneemt met het toevoegen van waarden #lesvoorbereiding

In het eerste kwartaal hebben de studenten geleerd dat er meer waarden zijn dan alleen winst waar een bedrijf op kan sturen. Ze hebben in hun ondernemingsplan een hoofdstuk geschreven over welke bijdrage het bedrijf levert aan alle 6 de kapitalen (integrated reporting). Vervolgens zijn we dan dit kwartaal bezig met kostprijsberekening. Gebruikelijk is om te denken in termen van “de goedkoopste”. Wat gebeurt er als je breder gaat kijken, waarom zou je dat doen (=mvo-trends) en wat betekent dat voor jullie toekomstige baan/taken.

Perpectieven

We reiken de studenten een aantal perspectieven aan die niet over “de goedkoopste gaan”.

Ik herhaal even deze, de 6 kapitalen:

Integrated reporting value creation

Ik licht even deze over “fases van MVO” toe:

Uit ondernemen in transitie

Van reactief naar transformatief

In een klassegesprek onderzoeken we of de studenten geloven dat fase 4 mogelijk is. Is het gelukt bij hun ondernemingsplan? Wat hebben ze in dat ondernemingsplan voor de verschillende kapitalen gedaan.

We kijken deze over true pricing, wat neem je mee in de kostprijs en wat met de externaliteiten. Bespreken dat kort na.

Ik pak er nog even de kostprijsformule bij en vraag hoe dat beïnvloed wordt door die externaliteiten en true pricing.

Minicasus

En dan gaan de studenten aan de slag.

Omdat het kleine groepen waren (vlak voor carnaval, geen tentamenstof) verdeel ik de groep in 4. Ieder van hen krijgt een van onderstaande besluiten.

De studenten maken deel uit van het managementteam en bereiden het besluit erover voor voor de vergadering.

Ze nemen als groep dus een standpunt in. Wel of niet doen en onderbouwen dat met cijfers. Bereiden het presenteren ervan aan de anderen voor. (ongeveer 20 minuten)

De gegevens

Kleine pizzaproducent (10.000 pizza’s per jaar), alle gegevens zijn volkomen fictief en even snel bij elkaar gezocht.

Verkoopprijs $ 4,00

Integrale kp $ 3,26 , kaas $2,00, deeg $ 0,25, saus $ 0,35, loon $0,46, DPM $0,20

De te nemen besluiten

  • Zullen we de kaas op pizza halveren. KP daalt met $1 en is ook goed voor verminderen broeikasgassen, waterverbruik en landgebruik, luchtvervuiling en bodemverontreiniging.
  • Zullen we biologische spelt ipv tarwemeel gebruiken. De kp neemt toe met $0,25 (= verdubbeling). Het is veel gezonder voor onze klanten en de beter voor milieu.
  • Zullen we de directeur een bonus betalen van 10.000 euro. We willen hem namelijk heel graag houden omwille van zijn strategische inzicht.
  • Zullen we ipv studenten met jaarcontracten 50-jarigen vast aannemen. KP stijgt met $1, in onze regio is een hoge werkloosheid in deze bevolkingsgroep.

Wat doen de studenten

Ze oriënteren zich op de taak (de onlogisch zaken in de casus komen trouwens snel boven tafel), nemen vrij snel een besluit en gaan dat onderbouwen als ik ze dat vraag. Bij dat onderbouwen ontstaat de meeste discussie/gesprek onderling.

De presentaties zijn verrassend en het lastigste blijkt de overall besluitvorming.

Als we dit besluiten, kan dit dan ook nog.

Wat vinden we dan het belangrijkste.

En dan gaat het wel ten koste van iets anders.

Studenten geven aan dat MVO-perspectief de besluiten moeilijker (=complexer) maakt. En dat ze houvast missen. Waarop ik aangeef dat een missie erg steunend kan zijn om te besluiten wat belangrijk is en wat minder belangrijk.

Het voelde voor hen ook als een inkijkje in de praktijk achter de kostprijsberekeningen.

Eindigen met kiezen voor goedkoopste of toch niet.

Vaak wordt gezegd dat je de prijs niet kan verhogen (kosten verhogen, externaliteiten verlagen) omdat klanten niet bereid zijn om de hogere prijs te betalen. We kijken slaan deze video over. Ik licht wel even toe dat het gaat over  2 soorten klanten (zij die de goedkoopste prijs willen en zij die bereid zijn te betalen voor iets bijzonders) en de consequenties van hoe je dan als bedrijf omgaat met je kostprijs.

En vraag dan de studenten te kiezen met de voeten

Ik wijs een as aan op de grond. Met als ene uiteinde “Het goedkoopste is beste” vs andere uiteinde  “Duur is prima als positief effect op andere waarden helder is.” De studenten gaan staan bij het standpunt dat het beste bij hen past.

Ik geniet erg van de student die als enige bij “goedkoopst is het beste” staat en in het gesprekje dat we erna voeren aan mij vraagt “mevrouw, vraag nu eens aan die anderen of ze zelf echt meer betalen voor iets duurzaams”

Het was geen spetterende les en toch hou ik ervan om dat het de enige les bedrijfseconomie dit kwartaal is dat we de studenten vragen om een beginnetje van kritisch systeemdenken.

Verder Bericht

Vorige Bericht

2 Reacties

  1. Marianne 2 maart 2017

    Prachtige les, Ilse. Hoezo niet spetterend?

    • Ilse Meelberghs 3 maart 2017 — Berichtauteur

      Dankje Marianne. Het was een zinvolle les, en in de uitvoering miste nog iets. Ik noemde het spetterend, wellicht moet het nog een ander woord krijgen. Liefs Ilse

Laat een reactie achter bij MarianneReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 De lerende docent

Thema door Anders Norén