Mijn hart/intuïtie schreeuwt JA tegen dit verhaal. Laat ik dus nu eens even checken met het verstand en het benoemen van de ervaring ohttp://ilsemeelberghs.wordpress.com/wp-admin/index.php?page=statsf die ja terecht is.
Ik was dus gister bij de inauguratie. Het programma zag er als volgt uit:
10.00-14.00 Opendag innovatieklas
14:00 uur Ontvangst
14:30 uur Opening door lid College van Bestuur Frederike Praasterink
14:45 uur Start gevarieerd programma inauguratie lector Evert-Jan Ulrich
- Deel 1: Ontwikkelingen in de maatschappij
- Deel 2: Interactie
- Deel 3: Visie op HAS 2025
16:30 uur Afsluiting en borrel
Het thema is dus: HAS 2025, op weg naar een ontwikkelings- en mensgericht leer- en werksysteem.
Eigenlijk was het een beetje de omgekeerde wereld. Je kon tijdens de opendag van de HAS Innovatieklas het resultaat ervaren van wat Evert-Jan in zijn rede vertelde. Voor wie dat miste. Ik was een paar weken geleden op bezoek bij de innovatieklas en blogde erover. En was gister echt onder de indruk van de houding studenten/producten/presentatie. Ver voorbij wat ik als docent had durven bedenken als “eindterm”. En de studenten hebben nog een aantal weken.
Talent-based leren komt eraan. En om de kracht van talent-based leren te laten ervaren was ruimte gemaakt bij de ontvangst en het interactieve deel. Bij de ontvangst werd je gevraagd je voor te stellen met je talent (dus niet een keurige badge met naam en functie). Mooi om te zien hoe dan meteen de “energie” verandert en er bijzondere gesprekjes ontstaan. Tijdens het interactieve deel werden in 2-tallen “talenten en leren verkend”. Dit aan de hand van vragen over je grootste talent: Hoe heb je je talent ontdekt? Hoe heb je je talent ontwikkeld? Heb je flow-ervaringen gehad. Daarna werden mensen plenair geïnterviewd. En mensen doen dat, zijn niet klaar als de tijd om is en zijn bereid plenair te delen. Dat doet aandacht voor talent ook: het opent mensen.
Wat is voor mij nou de essentie van de visie, daarvoor gebruik ik even een de visualisatie uit de presentatie:
HAS wordt: The connected learning company (zie boek the connected company van Dave Gray) bestaande uit:
- Learning communities: zelfsturende, lerende teams van studenten en docenten, in connected learning met…
- Platform of facilitators
Voor het waarom van de visie raad ik aan om de presentatie te bekijken/te connecten met Evert-Jan en zijn leerkring. Ik onderschrijf al de waaroms, gebaseerd op wat ik gelezen/geleerd heb en ben dus vooral op zoek naar: hoe ziet dat er dan uit?
Wat betekent die visie nu voor de onderwijspraktijk?
Hoe ziet zo’n team er dan uit?
- Van en met elkaar leren in studio’s-ateliers (kan overal !)
- Overzichtelijke, ½ jaar “verbonden” groepen van 50 personen: 5 docenten en 45 studenten
- Gelijkwaardigheid (docent-student en bedrijf-school)
- Alle kennis delen (openheid en vertrouwen !)
- Actuele media/communicatietools en WiFi only
- Bijdrage leveren aan………..
Wat doen ze dan?
De visie van Evert-Jan: Wat je doet leer je, wat je niet doet leer je niet. Dus:
- 70% experience (projecten), 20% coaching en 10% inspiratie/expertise
- de leercyclus bestaat uit kennis, actie, reflectie, betekenis geven, ervaringswijsheid.
Wat heb je dan aan het eind?
Een portfolio waarin je laat zien hoe je je ontwikkelt hebt. Rondom skills of the future, talenten, ondernemendheid, creativiteit, zelfkennis en zelfsturing, netwerk
Wil je als student 80 toetsen en verslagen voor een diploma of een waardevol portfolio hebben waar je wat mee kunt #inaugurk @wereldspeler
— Joris van de Loo (@Jorisvandeloo) 13 mei 2014
En wat betekent dat voor docenten?
Evert-Jan beschrijft een aantal nieuwe rollen voor de docent. Coach op heelheid en talenten; Kenniscoach (research en netwerk); Expert-inspirator; Verkenner-connector (insideout-outside in); Organisator (samen met studenten); Docent wordt critical friend !; Optioneel: onderzoeker, adviseur, ondernemer,…
Waarbij ik denk dat de grootste “aardverschuiving” in de eerste rol zit. Coachen op heelheid en talent. Dat ziet er zo uit:
En ook in de praktische invulling haakt het dus aan waar ik in geloof. En geeft dat “geloof” meer handen en voeten, praktische invulling.
Zodat de enige vraag die overblijft eigenlijk is: wat houdt mij persoonlijk tegen om zo’n 1ste team, een half jaar lang, op te starten?
Dus …. JA
PS Een artikel hierover staat in het Vakblad voedingsindustrie, mei-editie (op 18-5 nog niet online)
2 Pingbacks