Deel 3 van de #HGP zomerblog: Propolis.
Korte introductie (incl herkomst van het woord):
Hoe het eruit ziet in de bijenkast. Mooi werk he!
Zo mooi als je op Mens en Gezondheid leest waar ze het allemaal voor gebruiken:
Propolis is de harsachtige kitstof, ook wel bijenkorfcement genoemd, die het bijenvolk of de bijenstaat beschermt tegen infecties.
Infecties hebben een vernietigende uitwerking op een bijenvolk. Propolis voorkomt het binnendringen van ziekten in de bijenkast. Propolis wordt door de bijen zelf voor verschillende doeleinden gebruikt, o.a. om:
- voor een klein deel in de wasraten te verwerken
- het gehele bijennest mee te omhullen, naden te dichten en om er vreemde voorwerpen, die kunnen bederven (bijvoorbeeld dood ongedierte) mee te omhullen
- de cellen waar de eitjes in gelegd zullen worden grondig op te poetsen, waardoor de larven tegen ziektes beschermd worden zodra ze uitkomen.
En dan nu voor het tuinplan:
Op diezelfde webpagina lees je over de propolisbestanddelen het volgende:
Hoewel men er nog steeds niet helemaal zeker van is, wordt in het algemeen aangenomen dat naast stuifmeel, het grootste deel van de propolis wordt verzameld van verschillende boomsoorten o.a. populier, berk, iep, els, beuk, paardekastanje, conifeer en bepaalde naaldbomen. Verder wordt in mindere mate ook verzameld van talloze kruidachtige plantensoorten. Er is nog weinig bekend over het verzamelen van balsemsoorten. Maar vele soorten stoffen uit de harsachtige afscheidingen van bomen en planten worden in propolis teruggevonden, ook nadat de bijen het materiaal omgewerkt hebben tot de propolis die we kennen.
Uit de brochure erover van de Werkbij:
Propolis is samengesteld uit harsen, wassen en gommen die de bijen aan hun pootjes meebrengen van de bomen. De boom gebruikt dit om gaatjes in de bast te dichten en om blad- en bloemknoppen te bedekken met een dun, kleverig laagje. Dit laat geen vocht en lucht door. Zo kunnen ziektes de boom niet binnen en bloemknoppen niet beschimmelen of rotten. Harsen kunnen uitvloeien en sluiten zo de ziektekiemen in. Hierdoor verschrompelen bacteriën, schimmels, gisten en ook virussen.
Nadat de bijen de harsen van de knoppen van bomen (vooral van populieren, kastanjes en naaldbomen) hebben verzameld, noemen we het “propolis”. Er is dan ook speeksel en bijenwas bijgemengd. Het is een bruin, geurend, en vanaf zo’n 20 graden kleverig goedje. De bijen beschermen hiermee hun broednest tegen ziektekiemen en ze dichten er gaatjes in de wand van de kast of korf mee. Zo kunnen ze een goede temperatuur voor het broednest bewaren.
Al die bomen bevinden zich in voldoende mate in de buurt. Alleen als we plek over hebben plaatsen we 1 van hen ook in de tuin. En dan wordt het de populier, dat geluid in de wind, geweldig!
Alle verdere informatie die ik over propolis verzamelde is te vinden in deze pearltree