Een vriendin heeft hem net gelezen. En wat ze me vertelt maakt dat ik het boek bestel en lees. 124 pagina’s, moet in een avond kunnen. En dan op blz 12 dit:
Nog een opmerking bij wijze van gebruiksaanwijzing bij dit boek, een opmerking die ik bijna niet op durf te schrijven omdat ze even pendant als verwaand lijkt: lees het langzaam, en dus niet in al te grote porties. Het is niet bedoeld om snel wat informatie uit te vergaren, om na diagonaal lezen haastig wat bruikbare tips met een groene stift te markeren, om in twee avonden tot een hoger inzicht te komen. In de benedictijnse traditie kennen we lectio divina of geestelijke lezing. Daarin wordt een tekst waarin je iets voedzaams hoopt aan te treffen heel langzaam gelezen, en wel tot iets je raakt. Dan stop je. Wat je geraakt heeft bekijk je nog eens opnieuw, en rustig associërend overweeg je hoe het kwam dat je geraakt werd, wat dat eigenlijk was, en wat daarop je antwoord zou kunnen zijn. Het is een soort proevend herkauwen van een tekstfragment, totdat je denkt dat je er de voedende sappen wel zo’n beetje hebt uitgehaald – de oude monniken noemden dit ruminatio, het Latijnse woord voor wat koeien met gras doen. Dan lees je langzaam verder tot (hopelijk) opnieuw iets je raakt.
Grappig om dat zo te lezen, het is namelijk een beetje de manier geworden waarop ik boeken lees en boekbesprekingen op dit blog doe. Geen samenvatting, wel een wat heeft me geraakt en waarom. En ik heb hem stiekem toch in twee avonden uitgelezen. Dat kon ook omdat veel ervan bevestigende wat ik eerder al leerde.
Wat raakt;
- Leiderschap is een 1 op 1 relatie, voorbij het organisatorische, gericht op in beweging zetten
- Leiders dragen extra verantwoordelijkheid jegens zichzelf
- Dat je je hele leven beginner mag zijn.
En waarom raakt het me als docent, omdat je als docent-leider vaak niet lang genoeg bij je studenten bent om goed te kunnen luisteren en adequaat een respons te geven. En omdat de hoeveelheid verschillende taken dat heilzame ritme niet makkelijk maakt.
Waarom het me als mens raakt lees je hieronder.
Leiderschap is een 1 op 1 relatie
Leiderschap is zielen leiden en in beweging zetten. Dat doe je door aandachtig te luisteren en dan adequaat respons te geven.
Want leiding geven is uiteindelijk een kwestie van geestelijk leven. Je leidt processen, productiestromen, organisatie netwerken , kennistransfer, informatiestromen, netwerkvorming, research and development en welke termen zoal in eigentijds managementjargon worden gebruikt. Maar als je iets dieper gaat , dan komt het er steeds op neer dat men tracht zielen te leiden en in beweging te zetten. Het is voor de leiding overigens heel verleidelijk om juist niet dieper te gaan en zich op het uitwendige en organisatorische te storten en het echt luisteren, het echte gesprek en het echt respons geven uit de weg te gaan. (pg 72)
Wel luisterend en wel respons gevend leiderschap wordt door Benedictus in verband gebracht met groei, met een goede kudde en met verheugen. ( pg79)
Maar op het gebied van zielen is alleen een ‘ongelijke’ respons passend en adequaat. Broederlijkheid impliceert geen egalitarisme. Het anderszijn wordt als het goed is niet alleen gerespecteerd, maar zou door een wijze abt zelfs worden gecultiveerd (pg 78)
En die respons is dan zodanig ’that the strong have something still to wish for and the weak nothing from which to shrink’
Aan het eind van het gekozen fragment over de abt komt bijna als onopvallende toegift nog een adviesje dat, wanneer het door leidinggevenden werkelijk serieus genomen zou worden, misschien wel de kwaliteitstip is is voor het doen groeien en bloeien van een organisatie: de abt moet ‘alles met zoveel maatgevoel regelen, dat er voor de sterken nog iets te verlangen overblijft, en dat de zwakken niet worden afgeschrikt‘ (pg 90)
Het begint langzaam echt te zinken. Ik weet in mijn hart dat leiderschap hierover gaat. Langzaam volgt mijn hoofd, dankzij boeken als dit.
Langzaam durf ik toe te geven dat ik weg moet blijven van overwegend managementfuncties. Want als je een manager aanstelt, ben je op zoek bent naar iemand die zich stort op het uitwendige, het organisatorische. Dat kan ik wel, maar dat wil ik niet, niet hoofdzakelijk. Ik maak veel te graag tijd om die laag dieper te raken, om zielen te leiden en in beweging te zetten. het cultiveren van het anderszijn. Erop vertrouwend dat dat uitwendige, dat organisatorische volgt.
Wie extra verantwoordelijkheid voor anderen draagt, draagt ook extra verantwoordelijkheid jegens zichzelf. (pg 81)
Opnieuw geldt dat alleen wie goed voor de eigen ziel zorgt de ziel van anderen in beweging kan zetten. Vanuit een innerlijke rust ben je beter in staat bij anderen kwaliteit op te roepen dan wanneer je gejaagd en zelf niet georiënteerd bent.
Wat tips om in een heilzaam ritme te leven:
- De kunst van het beginnen. Meteen instappen in het werk/recreatie/wat dan ook, en je erin oefenen elk uitstelgedrag – hoe subtiel ook – bij jezelf te signaleren en elimineren. (pg 124)
- De kunst van het ophouden. Ook als het lekker loopt, ook als de agenda overvol is. En ook inwendig stoppen nadat je fysiek met het werk bent opgehouden. (pg 109).
- De kunst van de ontspannen waardigheid tussen beginnen en ophouden. Benedictijns werken houdt allereerst in dat de aandacht wordt afgewend van wat geweest is en nog komen moet en dat er gehoor wordt gegeven aan wat er nu gedaan moet worden. Daar komt bij dat de aandacht tijdens de taak dient te gaan naar de taak en niet naar het afhebben ervan. (pg 112)
Samengevat ziet dat er dus zo uit: Onmiddellijk beginnen met wat je te doen staat, dat je volle aandacht geven, die aandacht rustig en waardig laten zijn en in zekere zin onbekommerd over het afkrijgen ervan. Als het klokje zegt dat nu iets anders moet worden aangepakt, dan leg je het ene neer en begint in dezelfde houding aan het andere. Zo heb je het in zeker zin nooit druk omdat je als het ware in een kalme doorgaande lijn de zaken een voor een je aandacht geeft, inclusief je momenten van ontspanning en voeding. (pg 112)
Ik heb het vandaag geprobeerd, vind het makkelijker om te weten wat me te doen staat dan bij de mindfullnessomschrijvingen. En het is mega-lastig. Mag je tijdens het poetsen echt niet nadenken over je blog 🙂
Gelukkig mag ik mijn hele leven beginner zijn.
Ook heel mooi is de “zone zonder gevaar” Het is goed om geregeld in een “zone zonder gevaar” te verkeren, waarin je niet op je woorden hoeft te passen, waarin je ontspannen samen bent met mensen die niet op enigerlei wijze in een hiërarchische relatie tot je staan. In zo’n situatie kan je zonder risico je zorgen en onzekerheid op tafel leggen, en je vrienden kunnen je eerlijk en goedgemutst corrigeren. (pg 88)
Mooi, ik weet hoe dat voelt, die zones zonder gevaar. soms is die vriend de natuur.