De lerende docent

In ontmoeting de volgende stap te zetten

Community in een omgeving die gaat voor control?

Deze week vergaderingen. En weer betrap ik me erop dat ik af en toe een vuilnisvat leegkiep op de verkeerde vergadertafel. Ik leer bij en ken inmiddels de bron: kartrekker, ambitieniveau en cultuur. Een vergadering blijft hangen. Daar werd ons gevraagd om oa mee te denken over propedeuserendementsverbetering en community. Ik koos voor propedeuserendement (al veel over nagedacht/geblogd). Had ook wel zin gehad in die van community.

Wat me bijblijft van die discussie is dat ook een collega denkt dat niet primair het beroepsbeeld is wat ze in dat eerste jaar aan het werken zet. Dat ook hij zou inzetten op groepsvorming. Er wordt effe gesproken over de groepsvorming bij leger en studentenverenigingen met als sleutelwoorden afbreken, gezamenlijke ervaring, opbouwen. Krachtig, maar dat afbreken is niet zo mijn ding. Er zijn altijd mensen bij die daardoor onnodig gekwetst worden. Ik ben eigenlijk benieuwd hoe ze dat aanpakken bij The week of my life, Knowmads en Han Honourslab en Has Innovatieklas. De sfeer op foto’s en blogs suggereert gezamenlijkheid, openheid, beweging, creativiteit.

Bij de terugkoppeling van het groepje over community valt me in een van de voorstellen op dat we dat “goed gaan organiseren”. Een lijst van bijdrages die je als student kan leveren, daarop inschrijven en een credit verdienen.

En dan oordeel ik: Zo maak je geen community.

Te snel, want eerst moet het gaan over het ambitieniveau. Ik steel als voorbeeld uit een blog van Wilfred Rubens deze 5 fases (gebaseerd op Salmon). Ik wil dan natuurlijk gelijk fase 5. Ik wil graag een community rondom onze faculteit waarin we elkaar helpen om onze gedeelde “beliefs and values” waar te maken. Wellicht dat mijn collega’s daar anders over denken.

Tools
5 Development and sustainability We interact to reach shared beliefs and values Weblogs with trackbacks and comments, collaborative wiki’s, collaborative developed podcasts, forum for knowledge building (intensive interaction), interactive webinars, instant messaging with groups (including skype), e-mail, profiles, file sharing (including document management tools)
4 Knowledge construction We interact to reach shared understanding Weblogs with trackbacks and comments, collaborative wiki’s, collaborative developed podcasts, forum for knowledge building (intensive interaction), interactive webinars, instant messaging with groups (including skype), e-mail, profiles, file sharing (including document management tools)
3 Information exchange We exchange information List serv, weblogs (no trackbacks or comments), individual wikis, podcasts, webinars (not interactive), discussion board (no intensive interaction),instant messaging (one to one, Skype included), social bookmarking, e-mail, profiles, file sharing
2 Online socialisation We meet or we avoid each other
We smile or we groan
E-mail, tools for announcements, bulletin boards, profiles, file sharing
1 Access and motivation Moderators send messages to individual participants. Participants have no contact with each other E-mail, tools for announcements, bulletin boards

Dan uit notities over het boek van Peter Block, Community: The Structure of Belonging (via @heidiWulff)

Communities are human systems given form by conversations that build relatedness. The conversations that build relatedness most often occur through associational life, where citizens are unpaid and show up by choice, rather than in large systems where professionals are paid and show up by contractual agreement.

The five conversations for structuring belonging are possibility, ownership, dissent, commitment, and gifts.

De vraag die dan opkomt is, hoeveel tijd en energie houden we over als docent om dat soort conversaties te voeren. Ik probeer het laatste jaar bewust er tijd voor te maken en merk zelf dat ze me veel energie geven.

Mijn buikgevoel zegt dus dat een community rondom een school begint met docenten die delen, activeren en luisteren. Dat wordt ondersteunt door dit model van model van Rijk Willemse (via @jujuutje). Het zegt dat op het snijvlak van leren, ervaren en stimuleren samenwerking, groei en verbinding plaatsvindt. Dat wordt ook ondersteunt door mijn ervaringen met Twitter. Ik voel de meeste verbinding met die tweeps die afwisselend delen, activeren en laten merken dat ze “luisteren”. Een community begint met mensen.

Mijn buikgevoel zegt ook dat we meer dan “een beroep” nodig hebben om die propedeuse-studenten te laten kiezen echt deel te willen uitmaken van deze community. Het heeft iets te maken met gezamenlijke waarden, met je eigen talenten kennen en gewaardeerd worden als je die inbrengt. Datzelfde geldt trouwens ook voor “externen”.

Datzelfde buikgevoel zegt dat het daar botst het met de cultuur van control/beheersing. Want daar willen we graag organiseren wie/wanneer/welke inbreng levert. Daar conflicteert de tijd voor dit soort “conversations that build relatedness”, de tijd voor waardering met de tijd die nodig is om te voldoen aan alle beheersmaatregelen.

Zo, wie van de quadbloggers kan dat buikgevoel mee onderbouwen of enige tegengewicht bieden. Ik ben benieuwd.

Deze post is geschreven als onderdeel van een Quadblog.

Verder Bericht

Vorige Bericht

9 Reacties

  1. fransdroog 24 juni 2013

    Een poging.
    Ik denk dat de wens naar een community op een natuurlijke wijze ontstaat door een gezamenlijke interesse of behoefte. Om een community daadwerkelijk te laten ontstaan is hiernaast wel enige vorm van organisatie nodig. In dit specifieke geval waarschijnlijk wat meer van dit laatste omdat er iets minder van het eerste aanwezig is.
    De lat direct hoog leggen met betrekking tot de ambitie lijkt mij een goede zaak, zo snel mogelijk via het delen van kennis naar het delen van begrip om een begin te kunnen maken met het ontdekken en delen van normen en waarden binnen de community.
    De organisatie, via gedeelde blogs en wiki’s en interactieve activiteiten als webinars en skype, kan er toe bijdragen dat een community sneller gevormd wordt. Studenten die net beginnen zullen gemakkelijker onderdeel gaan uitmaken van een community wanneer er in ieder geval al een duidelijke organisatorische en technologische structuur ligt om de inhoud te kunnen gaan vormgeven.
    Activiteiten die bevorderend werken op een community kunnen onderdeel gemaakt worden van het curriculum, of onderdelen van het curriculum kunnen worden vormgegeven op een wijze die de community versterkt. Ik denk hierbij aan opdrachten waarbij een wederzijdse afhankelijkheid is aangebouwd, groepsactiviteiten in wisselende groepen waarbij onderlinge feedback via een open systeem als normaal/standaard wordt ervaren. Hiernaast kunnen activiteiten sociaal gemaakt worden door er eten en drinken aan te koppelen en locaties die niet schools zijn.
    Een community kan versterkt worden door zoveel mogelijk de kracht en expertise van leden in te zetten, ofwel door ieder zoveel mogelijk te laten doen waar hij/zij goed in is.

  2. Annelies Falk 25 juni 2013

    Mijn reactie is kort in verband met de tijd die ik niet tot mijn beschikking heb maar het idee van een community spreekt mij wel erg aan. Volgens mij is dat ook mogelijk met creatieve docenten en (kleine) aanpassingen in het curriculum, met name werkvormen of extracurriculaire activiteiten. Maar ook communicatie (Twitter!) en het delen van interessant werk. We geven nog te weinig mee dat we een vak leren dat gaaf is en er toe doet. We zijn te veel ‘school’ en nog te weinig ‘Google’.

  3. mwmott 25 juni 2013

    Mooi. Het lijkt iets logisch, dat zijn we toch, denk ik dan. Of in ieder geval met een paar collega’s. Is dat wel zo? Hmmmm
    Ik denk dat dat delen, luisteren naar elkaar en activeren belangrijk is, in elke beroepsgroep, en dat wij docenten de deur wat meer open mogen zetten voor elkaar. En dat begint inderdaad met mensen. Strakke organisatie doet dat teniet. Als we iets moeten slaat de creativiteit en durf dood en we hebben veel te doen. Maar dat tijdgebrek is ook de reden waarom we niet altijd aan de gesprekken toekomen. Ik ga het op mijn speerpuntenlijstje zetten (net als dat vergaderen etc), het lijstje van dingen die ik zelf ga proberen aan te laken in de hoop zo de rest mee te krijgen en de community te vormen.

  4. lighans 30 juni 2013

    Een therapeut van mij omschreef veranderingen binnen een organisatie: “als je vindt dat een organisatie ziek is, dan moet je deze niet willen genezen. Want dat kan je niet. Genees eerst jezelf en dan volgt de rest (soms). Eigenlijk zegt Manuela dat ook in haar reactie.

    Het klinkt wat verheven om meteen over een zieke organisatie te praten maar ik herken het wel een beetje in je opmerkingen over het zwoegen met de tijd die beperkt is maar waar veel mee moet gebeuren. Collega’s die zullen vast hetzelfde zeggen. En ik merkte ook dat ik me daardoor laat beïnvloeden. Ik ga dan proberen te overtuigen en collega’s ervaren dat dan weer als bemoeienis, waar ze vast gelijk in hebben. Aan de andere kant is het ook goed om te beseffen dat je wel degelijk invloed hebt op je organisatie. En dat je die alleen hebt als je zegt wat je bezig houdt. Ik word een beetje boos om collega’s die “hun zorgen uiten” tegenover elkaar over iemand anders. Maar niet op die persoon stappen. Een gemiste kans, denk ik dan. En dit geroddel kost heel veel tijd en trekt energie uit je team.

    Een goede groep deelt. Ik ben zelf in het opensource wereldje terecht gekomen, waar delen gemeengoed is. Het geeft een heerlijk positief gevoel. De andere kant is dat het geen eis is. Je geeft wat je kan. Maar ook het idee dat ieder op zijn niveau probeert om het gezamenlijke doel hoger te stellen dan het is, geeft een onwijze kick. Bij een van mijn websites gebruikte ik pmwiki.org. Uit frustratie over een ontbrekende functie binnen de software heb ik een uitgebreide post gedaan. Tot mijn verbazing kreeg ik 2 dagen later een kort berichtje gestuurd van de ontwikkelaar, met de simpele tekst “is this what you want, please test”. Met een link naar de bestanden. Dat gaf zo’n rush dat “The Patrick Michaud” voor jou iets bedacht en gemaakt heeft, dat gevoel kan ik nog steeds herinneren. En daarna dat je ziet dat je niet de enige bent die er gebruik van maakt, maar tientallen mensen. Ik heb me voorgenomen om dat ook met mijn eigen collega’s te doen, als het gaat om onze elo. Het effect dat je iets biedt waar zij naar zoeken, is super groot en geeft een geweldige professionele band. (al is mijn status van een hele andere orde dan PM)

    • Ilse Meelberghs 3 juli 2013

      Dankje Hans voor verhaal. Het is inderdaad dat wat ik graag met studenten en collega’s zou creëren, zo’n plek waar je deelt, iets mag bieden en iets mag halen en dat het ertoe doet. Dat positieve gevoel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 De lerende docent

Thema door Anders Norén