De lerende docent

In ontmoeting de volgende stap te zetten

Wat leer ik naar aanleiding van de vraag: is dit de school van de toekomst.

De vraag in deze onderstaande tweet prikkelde me. Want niet eerder kreeg ik een filmpje te zien dat zo dicht aansluit bij wat ik zo voor me zie als ik nadenk over hoe een krachtige leeromgeving (hbo) er fysiek uitziet.

En dus besloot ik aan mijn 15 jarige zoon te vragen om te kijken en me te zeggen waarom hij er wel of niet heen zou willen.

Uitspraak 1: Wat als je de docent niet mag, dan zit je er 6 jaar mee opgescheept.
Uitspraak 2: Zo’n hele ochtend achter de computer, hoe zit dat dan met sociale interactie.
Uitspraak 3: Misschien zijn het wel gewoon goeie docenten en gaan daarom de resultaten omhoog.

We hebben hier geen uren over gepraat, je kan als moeder ook te ver gaan 🙂 En dus filosofeer ik in mijn eentje een beetje verder, wat doet het filmpje met mij.

Ik zie leerkrachten die ontspannen contact maken

Wat ik zie zijn leraren die ontspannen & op een professionele manier contact maken met hun student. Ook met een handdruk, een uitgestoken hand.

Ik zie kleine gerichte workshops

Zo’n gerichte workshops in kleine groepjes zouden goed bij me passen. Het invullen van een gerichte leervraag en met voldoende mogelijkheden tot goed kijken naar het individu. En ja, ik zou het dan fijn vinden om de student die voor me zit te kennen. Dus toch over een langere periode werken met dezelfde groep studenten.

Ik zie docenten naar de werkplek van de student toelopen

2x per jaar heb ik een lesopzet waarbij ik dat ook doe. Door de bieb lopen waar de studenten op dat moment een opdracht maken  aan de computers daar. En als ik dan goeie vragen kan bedenken terwijl ik hun werk bekijk, kan dat soms net een extra volgende stap/verdieping bieden. En ik vind dat leuk, niet afgesloten in een computerlokaal. Anderen kunnen me dan ook aanspreken.

Ik zie studenten die individueel werken aan een computer

Ik vermoed dat er in het huidige systeem veel tijd wordt verspild met vertellen wat vervolgens toch wordt vergeten tot er geleerd moet worden voor de toets. Dus individueel oefenen kan veel effectiever zijn.

Wat kan ik hier niet zien:

  • Welk materiaal bieden ze aan, hoe breed/verdiepend is dat. 
  • Wordt er alleen gewerkt aan dat wat in die eindtoets gemeten wordt.
  • Mijn studenten halen veel energie/leerrendement uit het samen een probleem voor de eerste keer uitzoeken. Dit is wel erg alleen.

En de cubicles, ik vond het al niks toen ik het voor het eerst ervoer in Amerika en krijg ook hier geen warm gevoel bij de uitstraling.

Wat niet meteen opvalt is inspiratie.

Ik vond deze eindalinea in dit artikel in de volkskrant zo mooi:

Wanneer het nog niet aangeboorde talent van een kind in aanraking komt met de creativiteit en verbeeldingskracht van de leraar, dan voltrekt zich een wonder’, zegt Mary Futrell, hoogleraar onderwijskunde aan de George Washington Universiteit in Washington. Waarschijnlijk is dit de kern van het leraarsvak. Het maakt het beroep, ondanks de matige honorering, nog steeds zeer de moeite waard. Tot verdriet van beoordelaars en statistici zijn wonderen verdraaid lastig te meten. Het zij zo.

Ik heb in de afgelopen maanden heel intensief twitter gebruikt en blogs/website gelezen. En daarbij de kracht en de grenzen van inspiratie gevoeld. Je vindt daar prachtige mensen die hun ideeën en ervaringen delen. En ze delen ook nog relevante ideeën en onderzoeken van anderen. Die dan weer verwijzen naar….Enfin en voor je het weet ben je uren verder en zit je hoofd propvol met nieuwe ideeën en kennis. Maar hoe dat dan toepassen/doen. Daarvoor heb ik veel aan rolmodellen die dichtbij staan. Hoe verbondener met de ander, hoe groter de kans dat rolmodel zijn werkt. Een (algemener) voorbeeld: mensen vinden het wel leuk om me te zien op de regionale TV als ik iets vertel over de paddentrek en het vrijwilligerswerk dat daarbij hoort. Dat levert echter amper nieuwe vrijwilligers op. De uitnodigingen van vrijwilligers – (groot)ouders, leerkrachten & vrienden – om een keer mee te gaan wel. Tijdens dat meegaan wordt dan lol & liefde overgebracht. Dat werkt!

En dat zie ik even niet in dit filmpje. in hoeverre doen ze dat? In hoeverre laten ze leerlingen de lol en de liefde voelen rondom iets waar ze normaal gesproken niet mee in aanraking zouden komen. Zo dat de ander gaat meedoen. En inspiratie wordt omgezet in ander gedrag.

En de conclusie, wat leer ik (over mezelf) naar aanleiding van de vraag: Is dit de school van de toekomst:
Zoals ik in elkaar zit (mijn passie en talent) ben ik bereid om contacturen in te leveren ten gunste van computerprogramma’s. Als daarmee de overige contacttijd intensiever, meer op individueel leerrendement gericht wordt.

Voor mij wordt het belang van “gerichte inspiratie” bevestigd. Het is belangrijk om als docent met overtuiging, lol en liefde je werk te doen. Dat is alvast inspiratie/rolmodel. Dat kan versterkt worden door inspiratie uit het werkveld binnen te halen. Daar zijn altijd mensen te vinden die op onderdelen van de inhoud gewoon bevlogener zijn. Omdat dat onderdeel hun baan/hobby is. Die lol en liefde wil ik graag het onderwijs binnenhalen. Om vervolgens intensief met studenten te werken aan gedrag/vaardigheden die ze nodig hebben om daar te komen.

Zo, en nu ben ik benieuwd wat jullie, mijn mede Quadblog-genoten, leren/zien naar aanleiding van dit filmpje.

Verder Bericht

Vorige Bericht

6 Reacties

  1. fransdroog 14 maart 2013

    Vraag die inderdaad aan het denken zet na het zien van het filmpje.
    Ik denk dat het een school van de toekomst is, niet de. Ik weet niet of die de er is (of zou moeten zijn).
    Het Carpe Diem concept ziet er goed uit. De resultaten zijn goed, in termen van scores op toetsen, bij een standaard populatie aan leerlingen. Het is niet duurder. Voor bestuurders en een deel van de ouders dus zeker interessant.
    Uit het filmpje is helaas niet goed op te maken wat er inhoudelijk gebeurt achter de computer en ook niet zo goed wat er daarnaast dan precies nog aan activiteiten plaatsvindt en hoe de verdeling van tijd over de verschillende onderdelen is.
    Wat mij aanspreekt is dat het voor het theoretische gedeelte een prima vorm van gepersonaliseerd leren is waarbij ieder op eigen niveau en snelheid door de stof wordt (be)geleidt. Dit lijkt hier goed georganiseerd en dat is wel een belangrijke factor wil je op die manier gaan werken.
    Wat mij minder aanspreekt is het schijnbare gebrek aan variatie in de wijze van opnemen en toetsen van directe kennis. De koppeling naar de praktijk, in de vorm van toelichting door en discussie met de docent, ziet er weer als een goed onderdeel uit.
    Ik zou best meer van de details in de uitvoering van het Carpe Diem concept en het heeft me op een wat andere manier aan het denken gezet over de praktische uitvoering van goed klinkende ideeën over het onderwijs van de (nabije) toekomst.

    • Ilse Meelberghs 14 maart 2013

      Je verwoordt dat mooi: denken over de praktische uitvoering van goed klinkende ideeën over het onderwijs van de (nabije) toekomst. Op een of andere manier sorteert jouw reactie voor mij nog een aantal gedachten rond dit filmpje. Dankjewel. Jouw reactie moedigde me ook aan het artikel dat Pedro in zijn blog had toegevoegd te lezen. Het verwijst naar deze website met de case study. http://www.educationnation.com/casestudies/carpediem/
      Fijne dag verder.

  2. mwmott 14 maart 2013

    Wat ik zie is een fijn en intensief contact tussen leerlingen en docent. Ze kennen elkaar goed, omdat de docent ze al jaren in klas heeft. Er is tijd en ruimte voor een op een leren en vooral tijd voor differentiatie. Leerlingen kunnen in hun eigen tempo werken.
    In mijn kleine experiment ervaren ik al dat ‘het-zelf-laten-doen’ van de uitleg mij veel tijd geeft voor een op een begeleiding bij het maken van de opgaven. Leerlingen kwamen met veel vragen, meer dan ze wellicht in een gezamenlijke uitleg hadden gesteld. En ze werden niet lastig gevallen met het tempo van andere leerlingen. Dat hebben deze leerlingen in hoge mate.
    In onze school is het gebruikelijk dat bovenbouwleerlingen de laatste twee klassen dezelfde docent hebben. Door roosterproblemen is dat de laatste paar jaar niet het geval geweest en daar balen wij wel eens van. Zeker na mijn zwangerschapsverlof merk ik hoe fijn het is dat de leerlingen je al kennen en dat jij hen kent. Je kent hun plussen en minnen, hun sterke en zwakke kanten. Met de leerlingen die ik nog niet kende, is het (vooral in 6V) lastiger werken. (Lastig is misschien een groot woord hier) en ik vraag me af, voel zij zich zeker genoeg bij mij om alles te vragen en willen ze voor mij aan de slag. Wat ik er van leer is dat intensief en een-op-een contact een fijne manier is om met leerlingen te werken.
    Wat ik ook zie is de workshops waarin de docent actief met de leerlingen de lesstof bespreekt. Discussiërend leren, las ik laatst, is een goede leertechniek. Het rendement is groot. Ik zou dat meer willen doen in mijn lessen.
    Maar wat ik ook zag waren veel, veel computers. Ik ben het eens met jullie dat het lijkt als of er maar een vorm is, de computer. Afwisseling lijkt mij ook belangrijk.

    • Ilse Meelberghs 15 maart 2013

      Ik herken zoveel van wat je schrijft. Leuk.
      Ik herken je waarnemingen bij je experiment: ‘het-zelf-laten-doen’ van de uitleg. Ik geloof dat het niet lastig gevallen worden met tempo van andere leerlingen me in het filmpje inderdaad erg aanspreekt.
      En wat ik dan zou missen is de discussies/gesprekjes tussen studenten waarbij je ziet dat ineens het begrip daar is. Wordt dat ook bedoeld met discussiërend leren? Als je nog enigszins weet waar dat artikel staat zou ik het leuk vinden om te lezen.
      Flip the classroom komt trouwens al lezend/schrijvend in me op.

      Ik herken ook je definitie van “lastig”: voelen zij zich zeker genoeg bij mij om alles te vragen en willen ze voor mij aan de slag.
      Oa het boek pedagogische tact (andere blogpost) heeft voor mij het belang van die relatie bevestigd. En misschien zegt dat ook veel over mij, dat lukt mij het beste in groepen van 15-20 of kleiner. Dus ik kan best wel jaloers zijn op die kleine groepjes uit het filmpje.

      Dankjewel dus voor je reactie! Die heeft geholpen mijn voorkeuren weer wat zichtbaarder te maken.

  3. Manuela Bazen 17 maart 2013

    Het ziet er mooi uit en de resultaten zijn zeker indrukwekkend. Aan de ene kant zie ik een grote ruimte met computers en tussenschotjes waar studenten hun ‘ding’ (individueel) aan het doen zijn en aan de andere kant groepjes studenten die al dan niet met een docent aan het werk zijn. Ook bij mij schiet het ‘Flip the classroom’ model door mijn hoofd: in je eigen tempo leren (mastery learning?) en interactie in kleine groepjes in de klas. Ik kan me goed voorstellen dat dit concept leerlingen motiveert en ook dat docenten er veel voldoening uithalen. Lastig aan de andere kant om te beoordelen wat ze nou precies achter de computer doen en hoe is de tijd nu verdeeld tussen de computer en met elkaar samenwerken? Maar, ik moet zeggen, het is zeker veelbelovend!

Laat een reactie achter bij Ilse MeelberghsReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 De lerende docent

Thema door Anders Norén