Vorige woensdag sessie 4 alweer van de expeditie. We zitten in de fase waar we ons punt aan de horizon “de zin” verder inkleuren. Hoe kunnen we het het best pedagogisch/didactisch inrichten opdat we daar komen.
Deel 1: Opening, terugkijken.
Even losjes in een kring om wat tafeltjes. Omdat we zouden openen en dan de boel verbouwen voor de werkvorm die de begeleider in gedachte had. Het liep anders. Mooi als een begeleider daar de ruimte voor kan geven.
Uitgesproken werd dat mensen het lastig vonden om “de zin” te vertalen naar een didactische invulling. De vraag werd gesteld of het alleen ging om de didactische of ook om de pedagogische invulling. Vastgesteld werd dat het voor iedereen om beide ging.
Deel 2: Een afzetpunt
Toen kon en mocht ik de groep helpen om dat vertalen makkelijker te maken. Ik had een kopie meegenomen van de blogpost “principegestuurd ondernemend leren” uitgelegd. We besloten die te gebruiken, samen met een uitspraak van een collega als “afzetpunt”. Heel wezenlijk is hier het taalgebruik, niet als “uitgangspunt” dus.
Afzetpunt: omdat het makkelijker is om op basis van een stuk te zeggen wat je raakt, wat je heel graag wilt en wat je zeker niet wilt.
Vervolgens heb ik doorgenomen met de groep wat er in die blogpost staat en waarom. Er werden gedachten uitgewisseld.
Deel 3: Wat willen we er graag in hebben
Toen dat klaar was vroeg de begeleider om de woorden te benoemen die “nu” volgens ons in die didactische/pedagogische invulling horen. We benoemden 9 woorden/groepen.
De volgende stap was dat we hebben gekeken waar die woorden/groepen haakten aan “de zin”. Simpelweg door in stilte, met cijfers, het cijfer bij dat gedeelte van de zin te schrijven. De meeste collega’s konden alle woorden een plek geven. Voor diegene die dat moeilijk vonden werd door de anderen toegelicht waarom zij voor welke plek in de zin gekozen hadden. Mooi om te horen wat de beweegreden waren. Kleurt weer verder in, verrijkt.
Deel 4: En wat nu
De tijd was op. Afgesproken is dat we ieder bij elk van die cijfers een zin gaan formuleren. Een “wat willen we ermee” in die didactische/pedagogische invulling. Helpend kan hierbij zijn om de vragen te stellen: wat zie ik dan, wat hoor ik dan, wat ervaar ik dan (ik kan student, docent of andere belanghebbende zijn).
Die worden door een collega verzameld en vanavond aan ons toegestuurd. Zodat we ons kunnen voorbereiden op de bijeenkomst morgen.
Het woord werkbaar is geïntroduceerd. Het voornemen om in de volgende sessie niet te gaan praten tot alle zinnen voor iedereen 100% akkoord zijn. Het hoeft enkel werkbaar te zijn. (geïnspireerd op geleerde uit Getting teams done)
Benieuwd
Ben benieuwd hoe groot de verschillen en de overeenkomsten zullen zijn, benieuwd of we daarbij de ogen en het gevoel op de bal (de zin) kunnen houden, benieuwd of we ieder voor zich durven te staan voor waar we graag naartoe willen, benieuwd of we bij dat “staan” ons laten verrijken door de ideeën van anderen, benieuwd of we de gelijkwaardigheid in de groep kunnen blijven bewaren.